10x te hoge hypotheekrente geen typefout maar opzet: 50% boete

Het hof oordeelt dat sprake is van (voorwaardelijke) opzet door het onjuist invullen van het tienvoudige van het juiste bedrag aan hypotheekrente. Een typefout was niet geloofwaardig. De boete van 50% is terecht.

B is concerncontroller. Hij is gehuwd en woont in een koopwoning waarvoor hij in 2011 € 9.603,75 aan hypotheekrente betaalde. Hij deed zijn IB-aangifte 2011 en van zijn echtgenote met het aangifteprogramma van de Belastingdienst. In zijn aangifte vulde hij een onjuist bedrag aan hypotheekrente in van € 96.038. Vier dagen later deed hij voor de tweede keer aangifte voor zichzelf en zijn echtgenote. Daarin heeft hij het negatieve inkomen uit eigen woning verdeeld: in de aangifte van de echtgenote nam hij een bedrag van € 19.000 in aanmerking en in zijn aangifte € 74.954. Hierdoor was de totale teruggave hoger dan in zijn eerste aangifte. Deze aangiften diende hij afzonderlijk in en maakte daarbij gebruik van twee verschillende computers. Zijn aangiften over voorgaande jaren deed hij op papier. Ook in zijn IB-aangifte 2010 gaf hij een te hoog bedrag aan hypotheekrente aan. De inspecteur heeft destijds die aangifte gecorrigeerd. Bij de aanslagregeling over 2011 corrigeerde de inspecteur de aangiften en legde aan B een vergrijpboete van 50% op
(€ 10.852). B is het niet eens met de boete. Volgens hem was slechts sprake van nieuwigheid, onbekendheid, gebruikersonvriendelijkheid en een typefout.

In geschil is of terecht en tot het juiste bedrag een vergrijpboete aan B is opgelegd.

Het hof acht aannemelijk dat B bij het doen van de aangifte zich ervan bewust was dat de aangifte onjuist was gedaan. Hij heeft tweemaal en op twee afzonderlijke pc’s digitaal aangifte gedaan. In de tweede aangiften heeft hij het onjuiste bedrag op een andere wijze toegerekend aan zichzelf en zijn echtgenote. Hierdoor was de te verwachten IB-teruggave in totaal groter dan volgens de eerste aangiften. Deze toerekening van het onjuiste (hoge) bedrag was handmatig door B geschied en heeft geleid tot een ongebruikelijke teruggaaf van circa € 25.000. Ondanks deze hoge teruggaaf zond B de aangiften in. B heeft verklaard dat sprake is van een typefout omdat de komma verkeerd zou zijn gezet. Het hof acht een typefout niet geloofwaardig. Ten eerste omdat het aangifteprogramma van de Belastingdienst het gebruik van komma’s niet toestaat. En ten tweede omdat een kommafout tot de vermelding van het bedrag ‘€ 96037,5’ zou hebben geleid en niet tot het aangegeven bedrag van € 96.038. Het hof acht een boete van € 10.852 passend en geboden. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat B ook in de IB-aangifte 2010 een te hoog bedrag aan hypotheekrente heeft aangegeven.

Hof Arnhem-Leeuwarden, 12 juli 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:5641