Fiscale eindejaarstips 2017

Tips voor de BV/IB-ondernemer

  1. Pas de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek toe

U komt in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek indien u geïnvesteerd heeft in bedrijfsmiddelen voor een bedrag tussen de € 2.300 en € 312.176. Voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek hoeft een bedrijfsmiddel niet nieuw te zijn. U kunt dus ook aftrek claimen voor investeringen in bijvoorbeeld gebruikte bureaustoelen.

Tip

Heeft u in 2017 grote investeringen gedaan en dreigt u het maximumbedrag van € 312.176 te overschrijden? Kijk dan of u uw investeringen uit kunt stellen tot 2018. Zo voorkomt u dat uw recht op investeringsaftrek vervalt.

  1. Aftrek voor milieuvriendelijke investeringen

Heeft u geïnvesteerd in milieuvriendelijke technieken? Ga dan na of u in aanmerking kunt komen voor de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Deze fiscale investeringsfaciliteiten kunnen u mogelijk de volgende fiscale voordelen opbrengen:

  • Met de MIA profiteert u van een investeringsaftrek die kan oplopen tot 36% van het investeringsbedrag.
  • Met de Vamil kunt u 75% van de investeringskosten afschrijven. Dat kan op een door uzelf te bepalen tijdstip en levert een liquiditeits- en rentevoordeel op.
  1. Aftrek voor energiezuinige investeringen

Heeft u energiezuinig geïnvesteerd in 2017? Ga dan na of u in aanmerking komt voor de energie-investeringsaftrek (EIA). Deze fiscale aftrek krijgt u voor duidelijk omschreven investeringen (specifiek) maar ook voor maatwerkinvesteringen (generiek) die een forse energiebesparing opleveren.

Tip

Probeer dit jaar nog uw energiezuinige investeringen te doen. U kunt namelijk 55% van de investeringskosten aftrekken van de fiscale winst. In 2018 zal mogelijk het percentage van de EIA met 0,5% worden verlaagd. Het aftrekpercentage EIA zal hierdoor in 2018 54,5% bedragen.

Let op

Voor EIA en MIA/Vamil moet u de investering melden bij RVO.nl binnen drie maanden nadat u de investeringsverplichting bent aangegaan. Bent u te laat dan komt u niet meer in aanmerking voor de aftrek.

  1. Kijk uit voor de desinvesteringsbijtelling

Bent u van plan een bedrijfsmiddel te verkopen? Ga dan na wanneer dit bedrijfsmiddel is aangeschaft. Indien u namelijk voor dit bedrijfsmiddel korter dan vijf jaar geleden de investeringsaftrek hebt toegepast dan kan het zijn dat u een deel van die aftrek moet terugbetalen (desinvesteringsbijtelling).

Tip

Beoordeel of de vijfjaarstermijn reeds verstreken is in 2017. Zo niet, stel een verkoop van het bedrijfsmiddel dan indien mogelijk uit.

  1. Einde onderneming? Ook hier de desinvesteringsbijtelling

Ook indien u stopt met uw onderneming kunt u geconfronteerd worden met de desinvesteringsbijtelling. Deze geldt ook in dit geval voor de bedrijfsmiddelen waarvoor u de voorgaande vijf jaar investeringsaftrek hebt toegepast en die u bij het stoppen van uw onderneming vervreemdt of overbrengt naar uw privévermogen. Ga dus na of het zinvol is om uw onderneming dit jaar te stoppen of het uit te stellen.

  1. Pas de WBSO toe

Houdt uw onderneming zich bezig met speur- en ontwikkelingswerk? Ga dan na of u in aanmerking komt voor de WBSO. De WBSO verlaagt de loonkosten en andere kosten en uitgaven voor uw projecten, bijvoorbeeld voor prototypes of onderzoeksapparatuur.

Tip

U kunt het voordeel van de WBSO verrekenen via uw belastingaangifte. Het is wel van belang hoe u uw onderneming drijft. Ondernemers met werknemers dragen minder loonheffing af en zelfstandigen krijgen een vaste aftrek.

  1. Voorkom vrijval herinvesteringsreserve

Ga na of u in 2014 een herinvesteringsreserve heeft gevormd. Zo ja, dan is het raadzaam om voor het einde van dit jaar nog een herinvestering te doen. Doet u dit niet, dan valt de reserve in beginsel vrij in de winst en wordt deze belast.

Tip

Gaat u het dit jaar niet meer redden om een herinvestering te doen? Ga dan na of u in aanmerking komt voor verlenging van de termijn voor het aanhouden van een herinvesteringsreserve. De Belastingdienst is hiertoe in zeer uitzonderlijke gevallen bereid.

  1. Maak gebruik van de innovatiebox

Valt u onder de vennootschapsbelasting en bent u innovatief bezig? Dan kunt u wellicht een beroep doen op de innovatiebox. Alle winsten die u behaalt met innovatieve activiteiten, vallen in innovatiebox en worden belast tegen een verlaagd vennootschapsbelastingtarief van 5%. Houdt u wel rekening met de nieuwe voorwaarden voor de innovatiebox die in 2017 zijn gaan gelden.

Tip

Het vennootschapsbelastingtarief in de innovatiebox wordt per 1 januari 2018 verhoogd van 5% naar 7%. Het is daarom raadzaam om te beoordelen of de winst uit uw innovatieve activiteiten in 2017 kunnen vallen. Zo kunt u nog gebruikmaken van een lager belastingtarief.

  1. Verzoek om einde fiscale eenheid

Om per 1 januari 2018 een of meer vennootschappen uit een bestaande fiscale eenheid te ontvoegen dient u uiterlijk 31 december 2017 een verzoek tot ontvoeging in te dienen bij de Belastingdienst. Door een fiscale eenheid vennootschapsbelasting te verbreken, worden de BV’s weer zelfstandig belastingplichtig. Hiermee kunt u profiteren van het tariefopstapje van 20% bij winsten tot € 200.000 van iedere BV afzonderlijk.

  1. Maak gebruik van de ondernemersfaciliteiten

Vallen uw inkomsten uit onderneming in de inkomstenbelasting? Toets of u in aanmerking komt voor de ondernemersfaciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek en de meewerkaftrek. Kijk hierbij of u voldoet aan het urencriterium. U moet in 2017 minimaal 1.225 uren werken aan, in en voor uw onderneming. Bent u niet alleen ondernemer maar bijvoorbeeld ook werknemer, dan zit er een addertje onder het gras. U moet namelijk meer dan de helft van uw totale werktijd aan uw bedrijf besteden.

Tip

Vergeet niet uw uren te administreren zodat u bij vragen of controle van de Belastingdienst kan aantonen dat u aan het urencriterium voldoet.

Let op

Er zijn nu al plannen om de zelfstandigenaftrek in de toekomst te verlagen. De zelfstandigenaftrek wordt namelijk vanaf 2020 in vier jaarlijkse stappen van 3%-punt verlaagd naar het basistarief, indien de zelfstandigenaftrek in aftrek gebracht wordt tegen het tarief van de tweede schijf.

  1. Maak gebruik van de MKB-winstvrijstelling

Voldoet u niet aan het urencriterium dan komt u nog wel in aanmerking voor de MKB-winstvrijstelling. Deze vrijstelling vermindert uw belastbare winst uit onderneming na ondernemersaftrekken (zoals bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek) met 14%.

Let op

De MKB-winstvrijstelling werkt nadelig in geval van verliezen. Bij een verlies verkleint de MKB-winstvrijstelling dit verlies. 

  1. Maak gebruik van de inkeerregeling

Dit is u laatste kans om schoon schip te maken met de Belastingdienst. De inkeerregeling wordt namelijk afgeschaft. U kunt nog alles rechttrekken zonder sancties als het gaat om aangiften die vóór 1 januari 2018 zijn gedaan of hadden moeten zijn gedaan en met betrekking tot inlichtingen, gegevens of aanwijzingen die vóór 1 januari 2018 zijn verstrekt of hadden moeten zijn verstrekt.

Tip

Ondanks dat de inkeerregeling uit de wet gaat, is het toch raadzaam om tot vrijwillige verbetering over te gaan. De Belastingdienst kan daar in de praktijk rekening mee houden en zodoende de boete enigszins matigen. 

  1. Maak gebruik van de giftenaftrek

U kunt nog een jaar langer een beroep doen op de verhoogde giftenaftrek in de inkomsten- en vennootschapsbelasting bij schenkingen aan een zogenaamde culturele instelling (multiplier giftenaftrek). Aftrekbare giften aan culturele instellingen worden namelijk voor het bepalen van de giftenaftrek verhoogd met 25%, maar in totaal ten hoogste met € 1.250. 

  1. Maak gebruik van uw ondernemingsverlies

Ga na of u nog ondernemingsverliezen heeft uit het verleden, die nog niet verrekend zijn. U kunt namelijk uw verlies in de vennootschapsbelasting verrekenen met de belastbare winst uit het voorafgaande jaar of met de winsten uit de komende negen jaar. Maak gebruik van deze mogelijkheid nu het nog kan. De voorwaartse verliesverrekening wordt namelijk beperkt tot zes jaar per 1 januari 2019.

Uw ondernemingsverlies in de inkomstenbelasting kunt u in box 1 verrekenen met positieve inkomsten uit de drie voorafgaande jaren en de negen volgende jaren.

Let op

Indien de negenjaarstermijn verstreken is dan bent u uw verlies definitief kwijt.

  1. Ondernemer of in loondienst?

De Wet DBA heeft alleen commotie teweeggebracht en komt daarom te vervallen. Hoe kunt u straks bewijzen dat u als zelfstandige ondernemer opereert?

  • De Belastingdienst gaat straks per definitie uit van een arbeidsovereenkomst bij een laag tarief in combinatie met een langere duur van de overeenkomst of een laag tarief in combinatie met het verrichten van reguliere bedrijfsactiviteiten.
  • Voor zelfstandigen boven het ‘lage’ tarief wordt een ‘opdrachtgeversverklaring’ ingevoerd, die zekerheid vooraf moet geven.
  • Indien uw tarief hoog is, wordt een ‘opt out’ voor de loonbelasting en de werknemersverzekeringen ingevoerd.
  1. Controleer uw voorlopige aanslag

Heeft u een voorlopige aanslag ontvangen voor de verschuldigde inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting? Controleer of deze aanslag wel overeenkomt met uw werkelijk behaalde resultaten. Het bedrag van deze aanslag is namelijk een voorlopige berekening gebaseerd op uw resultaten van vorige jaren. Indien de voorlopige aanslag niet meer overeenkomt met uw resultaten moet u de voorlopige aanslag zelf wijzigen. U kunt geen bezwaar indienen.

Tip

Verwacht u een hogere belastbare winst dan het bedrag dat op uw voorlopige aanslag staat? Wijzig uw aanslag meteen. U voorkomt zo dat u na afloop van het belastingjaar aanvullend een bedrag moet voldoen. U kunt ook geconfronteerd worden met belastingrente. De belastingrente bedraagt voor de vennootschapsbelasting minimaal 8% en voor de overige belastingen minimaal 4%.

  1. Laat uw belastingschulden niet oplopen

Heeft u nog openstaande aanslagen en kunt u deze niet op tijd voldoen? U kunt kort telefonisch uitstel van betaling aanvragen bij de Belastingdienst. De Belastingdienst verleent maximaal vier maanden uitstel van betaling. Uitstel van betaling wordt alleen verleend indien:

  • uw totale openstaande belastingschuld minder dan € 20.000 bedraagt;
  • u nog geen dwangbevel heeft gekregen voor de openstaande belastingschuld;
  • in de openstaande belastingschuld geen onbetaalde vergrijpboete is begrepen;
  • u voor de openstaande belastingschuld niet eerder uitstel van betaling kreeg;
  • er geen sprake is van een aangifteverzuim, oftewel u heeft altijd tijdig aangifte gedaan.

Tip

Denkt u dat u uw openstaande belastingschulden niet binnen maximaal vier maanden kunt betalen? Vraag dan meteen schriftelijk uitstel van betaling aan voor een langere periode. De Belastingdienst verleent namelijk geen uitstel van betaling voor aanslagen waarvoor al eerder kort telefonisch uitstel van betaling is verleend.

  1. Schaf een youngtimer aan

Een auto op naam van uw onderneming biedt de nodige fiscale voordelen. Wel wordt u geconfronteerd met een bijtelling voor privégebruik. Gezien de huidige regelgeving doet u het meeste voordeel op door een youngtimer aan te schaffen. Dat is een auto van vijftien jaar of ouder.

U betaalt 35% bijtelling in plaats van 22% maar als bezitter van een auto van vijftien jaar of ouder betaalt u die 35% over de dagwaarde van het voertuig en niet over de nieuwwaarde, zoals bij nieuwe auto’s. De dagwaarde van youngtimers is zoveel lager waarmee u dus uw fiscaal voordeel behaalt.

Tips voor de dga

  1. Hoe hoog is uw loon?

Houdt u er rekening mee dat u wettelijk verplicht bent een gebruikelijk loon op te geven. Dat gebruikelijk loon is de hoogste van navolgende drie bedragen:

  • 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking.
  • Het hoogste loon van de werknemers in dienst van het lichaam en daarmee verbonden lichamen.
  • € 45.000.

U kunt een lager bedrag alleen onder strenge voorwaarden verantwoorden.

Let op

Wel kunnen dga’s van innovatieve start ups een lager bedrag opgeven als gebruikelijk loon. De eerste drie jaar mag het gebruikelijk loon op het minimumloon gesteld worden.

  1. Lening of dividend?

Heeft u geld opgenomen uit uw BV? Dan moet u deze geldstroom van uw BV aan u in kaart brengen en verantwoorden in uw administratie en uw belastingaangifte. U moet bepalen of de geldstroom kwalificeert als dividenduitkering of als lening.

  1. Zorg voor zakelijke lening

Gaat u een geldverstrekking van uw BV aan u als lening verantwoorden dan is het noodzakelijk om zakelijke voorwaarden aan te gaan omtrent de lening. Om de lening als zakelijk aan te merken vereist de Belastingdienst onder andere een zakelijk rentepercentage, aflossingsschema en zekerheden. U kunt dit het beste opnemen in een overeenkomst.

  1. Keer dividend uit

Heeft u geld opgenomen uit uw BV dan kunt u dit verantwoorden als dividenduitkering. U bent hierover inkomstenbelasting verschuldigd in box 2 tegen een tarief van 25%. Daarnaast moet uw BV 15% dividendbelasting inhouden. De dividendbelasting kunt u dan weer als voorheffing verrekenen in uw inkomstenbelasting. Dit neemt niet weg dat uw BV wel aangifte dividendbelasting moet doen en de dividendbelasting moet betalen binnen één maand na de dag waarop het dividend beschikbaar is gesteld.

  1. Houd rekening met de uitkeringstoets

Indien uw BV een dividenduitkering wil doen, dan moet er een uitkeringstoets plaatsvinden. Het bestuur moet dan toetsen of de BV ook na de dividenduitkering aan haar financiële verplichtingen kan blijven voldoen. Als achteraf blijkt dat dit niet zo is dan kan dit leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid en terugbetaling van de ontvangen dividenduitkering door de aandeelhouder.

  1. Wat gaat u met uw pensioen doen?

Het is nu een feit. Pensioen in eigen beheer is er niet meer. Weet u al wat u met uw pensioenpotje gaat doen? Heeft u gekozen voor bevriezen, fiscaalvriendelijk afkopen of omzetten in een oudedagsverplichting? Indien u voor afkoop heeft gekozen dan moet u in één keer afrekenen met de Belastingdienst over het opgebouwde pensioen.

Let op

Zodra de afkoop heeft plaatsgevonden moet de aangifte loonheffing worden gedaan en is belasting verschuldigd. Ook indien u met uw BV afspreekt dat het geld pas later wordt uitgekeerd. Het feit dat u pas later over het geld beschikt maakt voor de belastingheffing geen verschil. Dit geldt tevens in de situatie waarbij u met uw BV overeenkomt dat de netto afkoopsom wordt schuldig gebleven aan u als dga.

 

Tips voor werkgever/werknemer

  1. Pas uw salarisadministratie aan

Per 1 januari 2018 krijgt u als werkgever te maken met het loonkostenvoordeel (LKV). Het LKV vervangt het systeem van premiekortingen. De overgang naar het loonkostenvoordeel vereist aanpassingen in uw salarisadministratie.

Let op

U dient er rekening mee te houden dat het LKV niet per aangifte loonheffingen in mindering mag worden gebracht op de af te dragen loonheffingen, zoals u dat gewend was met het systeem van premiekortingen. U krijgt het LKV jaarlijks achteraf eenmalig uitgekeerd. Dit betekent dat u in 2018 meer gaat afdragen in de aangifte loonheffingen omdat u geen premiekortingen in mindering meer kan brengen op de af te dragen loonheffingen. U ontvangt dan in 2019 het LKV.

U kunt onder voorwaarden een beroep doen op het overgangsrecht voor werknemers voor wie u in de laatste aangifte loonheffingen over het jaar 2017 premiekorting toepast. U heeft tot uiterlijk 1 mei 2018 de tijd om de benodigde acties uit te voeren, eventueel door middel van correctieberichten, om in aanmerking te komen voor het overgangsrecht.

Tip

U kunt nu alvast kijken welke groepen werknemers in aanmerking komen voor LKV en in kaart brengen voor welke werknemers u actie dient te ondernemen om overgangsrecht voor het LKV veilig te stellen. Ook kunt u alvast beoordelen welke aanpassingen in uw administratie noodzakelijk zijn om het LKV uit te voeren.

  1. Bereken uw vrije ruimte

U moet aan het einde van dit jaar het totale fiscale loon van uw werknemers over het lopende jaar berekenen. Op basis van het fiscale loon berekent u de vrije ruimte en toetst u of u de vrije ruimte heeft overschreden. De vrije ruimte is 1,2% van het totale fiscale loon van uw werknemers. Bij overschrijding moet u 80% eindheffing betalen. Heeft u nog vrije ruimte over dan kunt u deze ruimte nog dit jaar benutten. U kunt het overschot aan vrije ruimte namelijk niet doorschuiven. 

  1. Transitievergoeding gaat omhoog

Houdt straks rekening met een verhoogde transitievergoeding bij ontslag. U bent namelijk per 1 januari 2018 maximaal € 79.000 in plaats van € 77.000 verschuldigd indien u een werknemer ontslaat.

Let op

U wordt volgend jaar ook enigszins tegemoetgekomen in de transitievergoeding. U wordt gecompenseerd als het gaat om een verschuldigde transitievergoeding bij ontslag van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer. Ook is er geen transitievergoeding bij ontslag om bedrijfseconomische redenen als er een cao-regeling van toepassing is.

Het nieuwe kabinet is tevens bezig met een voorstel voor een compensatie van de transitievergoeding als u uw onderneming beëindigt vanwege pensionering of vanwege ziekte.

Btw-tips

  1. Laatste btw-aangifte

In uw laatste btw-aangifte van het jaar (vierde kwartaal of de maand december) kunt u een aantal correcties opnemen over het afgelopen kalenderjaar. Welke correcties kunnen aan de orde komen?

  • correctie omzetbelasting privégebruik personenauto;
  • correctie privégebruik woning;
  • correcties in het kader van de bedrijfskantineregeling;
  • overige correcties op de aftrek van voorbelasting bij verstrekkingen aan het personeel en relatiegeschenken;
  • herziening van in eerdere jaren in aftrek gebrachte omzetbelasting op investeringsgoederen.
  1. Gebruik de suppletie-aangifte

Komt u erachter dat u in de afgelopen vijf jaar toch te veel of juist te weinig btw heeft aangegeven in de aangifte omzetbelasting? Dan bent u verplicht om dit aan de Belastingdienst te melden door middel van een suppletie-aangifte. Indien u deze onjuistheden niet corrigeert, riskeert u naast belastingrente ook nog eens een dubbele boete, namelijk voor het niet tijdig doen van aangifte en voor het doen van een onjuiste aangifte.

Tip

Komt u erachter dat u € 1.000 of minder terugkrijgt of moet betalen? Dan mag u deze verwerken in de eerstvolgende aangifte.

  1. Einde landbouwregeling

De landbouwregeling komt per 1 januari 2018 te vervallen. Houdt u rekening met een administratieve omschakeling. Ook dient u te beoordelen wat de gevolgen zijn en of de nadelige fiscale gevolgen beperkt kunnen worden door nu al de normale btw-procedure in te zetten.

  1. Vraag btw terug op oninbare vorderingen

Heeft u te maken met wanbetalers en lukt het u niet om uw vorderingen te innen? Dan kunt u de afgedragen btw terugvragen. De vordering is in ieder geval oninbaar uiterlijk één jaar na het verstrijken van de uiterste betaaldatum die tussen u en uw klant is overeengekomen. Als geen betalingstermijn is vastgelegd, dan geldt de wettelijke betalingstermijn van dertig dagen na ontvangst van de factuur door uw klant.

Tip

Breng de wanbetalers in kaart en houdt de termijnen in de gaten.

  1. Meld verbreken fiscale eenheid voor de btw zo snel mogelijk

Indien u niet langer voldoet aan de voorwaarden voor het bestaan van een fiscale eenheid voor de btw, loopt de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de btw-schulden van alle ondernemingen binnen de fiscale eenheid door zolang de fiscale eenheid bestaat.

Tip

De fiscale eenheid wordt niet met terugwerkende kracht beëindigd zodat het erg belangrijk is dat u zo snel mogelijk schriftelijk aan de Belastingdienst meldt dat de fiscale eenheid moet worden verbroken.

Let op

Ook indien een deel van de fiscale eenheid wordt ontbonden, moet u dit melden bij de Belastingdienst.

 

Tips voor alle belastingplichtigen 

  1. Voorkom hoge heffing in box 3

Verwacht u een hoge aanslag in box 3? Probeer nu al deze hoge aanslag te voorkomen door uw box 3 vermogen te verlagen. De hoogte van uw vermogen op 1 januari 2018 is beslissend. U kunt bijvoorbeeld uw belastingaanslagen voor die datum betalen, een schenking doen of uw vermogen onderbrengen in een BV.

  1. Meer belastingvrij vermogen in box 3

U kunt in 2018 een belastingvrij vermogen bezitten van € 30.000 per belastingplichtige (voor partners in totaal € 60.000).

  1. Betaal hypotheekrente vooruit

Het kan aantrekkelijk zijn om uw hypotheekrente van 2018 alvast vooruit te betalen in 2017. Dit kan uw eventuele box 3-belasting verlagen. Daarnaast kunt u nog gebruik maken van de hoge hypotheekrenteaftrek. De hypotheekrenteaftrek gaat namelijk omlaag.

  1. Schenk belastingvrij aan uw kinderen

U kunt fiscaal voordelig schenken aan uw kinderen tussen de achttien en veertig jaar. U kunt hierbij belastingvrij kiezen uit de volgende schenkingen.

  • Een schenking van € 25.526. Hierbij beslist uw kind zelf wat het met het geld doet.
  • Een schenking van € 53.176. Deze schenking moet uw kind gebruiken voor zijn of haar studie.
  • Een schenking van € 100.000. Deze schenking moet het kind gebruiken voor de eigen woning.

Let op

Uw kinderen kunnen maar één keer in hun leven gebruik maken van deze verhoogde vrijstellingen. U kiest dus voor € 25.526 óf voor € 53.176 óf voor € 100.000.

Fiscale wijzigingen op komst

 Wijzigingen in de inkomstenbelasting

 Gunstigere tarieven inkomstenbelasting

In de inkomstenbelasting komt er in 2019 een tweeschijvenstelsel met een basistarief van 36,93% en een toptarief van 49,5%. Een lager tarief in de inkomstenbelasting heeft wel een keerzijde. Uw aftrekposten worden minder waard waardoor uw mogelijke teruggaaf lager uitvalt.

Let op

Aftrekposten in de inkomstenbelasting mogen straks alleen tegen het tarief in de eerste schijf (basistarief 36,93%) worden afgetrokken.

  1. Dividenduitkering straks hoger belast

Mocht u een dividenduitkering overwegen dan is het raadzaam dit uiterlijk in 2019 te doen aangezien het tarief in box 2 in stappen verhoogd wordt van 25% naar 27,3% in 2020 en naar 28,5% in 2021.

  1. Hypotheekrenteaftrek omlaag

Vanaf 1 januari 2020 wordt het tarief van de hypotheekrenteaftrek jaarlijks verlaagd met 3% naar het basistarief. Ter compensatie van de versnelde afbouw van de hypotheekrenteaftrek wordt het eigenwoningforfait verlaagd met 0,15%. Ook de regeling ‘geen of beperkte eigen woningschuld’ wordt de komende twintig jaar stapsgewijs afgebouwd.

Wijzigingen in de vennootschapsbelasting

  1. Gunstige tarieven in de vennootschapsbelasting

In 2019 gaan de tarieven in de vennootschapsbelasting met 1%-punt omlaag, in 2020 met nog eens 1,5%-punt en in 2021 daarbovenop nog eens 1,5%-punt. In 2021 zullen de tarieven in de vennootschapsbelasting 16% en 21% bedragen.

Let op

Het kabinet had vanaf 2018 een stapsgewijze verlenging van de eerste schijf in de vennootschapsbelasting van € 200.000 naar € 350.000 aangekondigd. Dit is van de baan. Houdt u er dus rekening mee dat de schijfgrens ook na 2017 € 200.000 bedraagt. 

  1. Renteaftrek wordt beperkt

Heeft uw BV (groeps)leningen lopen? Houdt u er dan rekening mee dat u geconfronteerd kunt worden met renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting. Per 1 januari 2019 is rente niet langer aftrekbaar voor zover het saldo van verschuldigde en ontvangen (groeps- en derden)rente meer bedraagt dan maximaal 30% van het brutobedrijfsresultaat. Ook worden enkele bestaande specifieke renteaftrekbeperkingen afgeschaft.

 Tip

Ga na of de renteaftrekbeperkingen u treffen. U kunt ook kijken of het mogelijk is om te ondernemen met uw eigen vermogen indien vreemd vermogen fiscaal nadelig uitpakt.

  1. Verliezen beperkt verrekenen

De voorwaartse verliesverrekening in de vennootschapsbelasting wordt per 1 januari 2019 beperkt van negen tot zes jaar.

  1. Wijziging afschrijven op pand

U kunt afschrijven op uw pand. Voor de afschrijving is het gebruik van het pand van belang. U kunt over het deel van uw eigen pand dat u voor uw onderneming gebruikt afschrijven. Gebruikt u het hele pand voor uw onderneming, dan kunt u dus over het hele pand afschrijven.

Let op

Wanneer uw pand in eigen gebruik is, mag in de vennootschapsbelasting het pand worden afgeschreven tot 50% van de WOZ-waarde, de zogenaamde bodemwaarde. Vanaf 1 januari 2019 gaat een bodemwaarde van 100% van de WOZ-waarde gelden.

Wijzigingen in de dividendbelasting

  1. Einde dividendbelasting op komst

U heeft geen omkijken meer naar de dividendbelasting per 1 januari 2019 want deze komt te vervallen. De dividenduitkeringen via de BV zijn dus voortaan vrij van dividendbelasting en alle administratieve rompslomp eromheen.

  1. Bronheffing op royalty’s en rente

Met het verdwijnen van de dividendbelasting wordt er wel een bronheffing op royalty’s en rente geïntroduceerd. U kunt vanaf 1 januari 2019 te maken krijgen met deze bronheffing op uitgaande financiële stromen naar landen met zeer lage belastingen. De introductie van deze bronheffing is bedoeld om zogenaamde brievenbusfirma’s tegen te gaan.

  1. Beleggen in vastgoed onaantrekkelijk

Beleggingsinstellingen mogen per 1 januari 2019 niet meer direct beleggen in vastgoed in verband met de afschaffing van de dividendbelasting. Vastgoedfondsen en beleggers dienen na te gaan in hoeverre er fiscale consequenties kleven aan deze maatregel. 

Wijzigingen in de btw 

  1. Bekijk uw prijzen met btw-tarief van 6%

Het verlaagde btw-tarief van 6% gaat per 1 januari 2019 omhoog naar 9%. Door deze verhoging zullen de prijzen van eerste levensbehoeften en levensmiddelen gaan stijgen. Boodschappen doen wordt dus duurder. Ook sportbeoefening en recreatie wordt duurder.

U kunt als ondernemer uw prijzen tegen het licht houden om de invloed van de tariefsverhoging te kunnen bepalen. Indien u namelijk als ondernemer uw prijzen niet kunt verhogen zal door de hogere btw-afdracht uw winst naar beneden gedrukt worden.

Disclaimer:

De in deze eindejaarstips 2017 opgenomen informatie is van algemene aard en heeft geen betrekking op de specifieke omstandigheden van een bepaald individu of een bepaalde entiteit. Hoewel bij de totstandkoming van deze eindejaarstips de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, kunnen wij niet garanderen dat de daarin opgenomen informatie op de datum van publicatie juist en volledig is of dat in de toekomst zal blijven. Op grond van deze informatie dient geen actie ondernomen te worden zonder adequate professionele advisering na een grondig onderzoek van de specifiek van toepassing zijnde situatie.