In aankoopprijs begrepen aanpassingen aan auto aftrekbaar als specifieke zorgkosten

Het hof acht aannemelijk dat in de aankoopprijs van de aangeschafte auto kosten zijn begrepen van aanpassingen die de auto geschikt maakten voor het vervoer van de echtgenote in een rolstoel. De afschrijvingskosten zijn als kosten van hulpmiddelen aan te merken. 

Specifieke zorgkosten

B is gehuwd. Zijn echtgenote lijdt aan de ziekte van Kahler. In zijn IB-aangifte 2010 bracht hij specifieke zorgkosten in aftrek. Hiertoe rekende hij onder meer een deel van de speciale aanpassingen aan zijn auto die hij in 2009 had gekocht voor € 19.250. De auto was geschikt gemaakt voor het vervoer van zijn echtgenote in een rolstoel. Die extra kosten berekende hij op € 9.000, waarvan hij een derde gedeelte aan 2010 toerekende. Hij overlegde aan de inspecteur een offerte die in 2015 was opgemaakt. De inspecteur stelt dat de nieuwprijs van een niet aangepaste auto van hetzelfde merk en type € 16.447 bedroeg. B heeft volgens hem daarom niet aannemelijk gemaakt dat hij € 9.000 aan aanpassingskosten heeft gemaakt. Daarnaast wijst de inspecteur erop dat de afschrijving van de auto over een te korte termijn is verdeeld, omdat B de auto nog steeds in zijn bezit heeft.

Het hof overweegt dat het aanpassen van een auto om deze geschikt te maken voor rolstoelvervoer is aan te merken als een aanpassing die hoofdzakelijk door zieke of invalide personen wordt gebruikt als bedoeld in art. 6.17, tweede lid, onderdeel b, Wet IB. De kosten daarvan kunnen dan als kosten van hulpmiddelen in aanmerking worden genomen. Dit geldt volgens het hof ook voor de extra kosten die begrepen zijn in de aankoopprijs van een gebruikte auto waaraan die aanpassingen al zijn aangebracht. Met zijn offerte uit 2015 maakt B de door hem gestelde extra kosten van € 9.000 niet aannemelijk. Wel is aannemelijk dat in de aankoopprijs een bedrag is begrepen dat is toe te rekenen aan de aanpassingen. De aanschafprijs bedroeg immers € 19.250 en zonder aanpassingen zou deze auto volgens de inspecteur € 16.447 hebben gekost. Gelet hierop stelt het hof de aanpassingskosten in goede justitie vast op € 6.000. Het hof acht aannemelijk dat de aanpassingen van de auto niet alleen voor de echtgenote bruikbaar zijn en daarom gedurende enkele jaren een niet te verwaarlozen marktwaarde behouden. Gelet hierop acht het hof een afschrijvingstermijn van vijf jaar redelijk, zodat aan de jaren 2009 tot en met 2013 telkens € 1.200 kan worden toegerekend.

Hof Arnhem-Leeuwarden, 18 mei 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:3820