Auto uit Duitsland met km-stand van 2699 was een gebruikte auto

Anders dan de rechtbank oordeelt het hof dat de BMW uit Duitsland met een km-stand van 2699 een gebruikte auto is en niet nieuw. De naheffingsaanslag moet worden vernietigd. 

B kocht een BMW, type X5 die afkomstig was uit Duitsland. Op 5 juni 2012 heeft hij € 17 062 aan BPM op aangifte voldaan. De auto is op 2 mei 2012 in Duitsland geregistreerd op naam van X GmbH en op (Duits) kenteken gesteld. Vanaf 2 mei 2012 tot en met 19 juni 2012 is de auto op naam van X all-risk verzekerd geweest. Op 24 mei 2012 is de auto door een Nederlandse koper Z BV aangeschaft voor € 64 000. De aankoopfactuur vermeldt dat de auto op het moment van verkoop een kilometerstand heeft van 346. Op het moment van keuring door de Dienst Wegverkeer (RDW), te weten op 1 juni 2012, heeft de auto een kilometerstand van 2021. Bij het doen van de aangifte voor de BPM heeft de auto een kilometerstand van 2699. B ging voor de BPM-aangifte uit van een gebruikte auto. De inspecteur heeft een naheffingsaanslag opgelegd en stelt dat sprake is van een nieuwe personenauto.

Auto uit Duitsland

In geschil is het antwoord op de vraag of de auto een gebruikte personenauto is in de zin van art. 10 Wet BPM.

De rechtbank acht aannemelijk gemaakt dat de auto anders dan wat zand op de matten, geen sporen van gebruik vertoonde. Gelet op die omstandigheid en het toetsingskader van de Hoge Raad, moet de auto naar het oordeel van de rechtbank worden aangemerkt als een nieuwe auto in de zin van de Wet. Daaraan doet in dit geval niet af het enkele feit dat de auto ten tijde van de aangifte een kilometerstand had van meer dan 2000. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat niet inzichtelijk is geworden hoe die kilometerstand, althans voor zover deze meer bedraagt dan de kilometerstand ten tijde van de aankoop, is ontstaan. De rechtbank is van oordeel dat de inspecteur de kilometerstand die na de aankoop is opgelopen in dit geval terecht niet van belang heeft geacht voor het antwoord op de vraag of sprake is van een nieuwe of gebruikte auto.

Het hof stelt B echter in het gelijk. Evenals de rechtbank stelt het hof voorop dat de Hoge Raad een beoordelingskader heeft gegeven voor de beantwoording van de vraag of voor de heffing van BPM sprake is van een nieuwe of een gebruikte auto. B heeft onweersproken gesteld dat de auto na de registratie in Duitsland op 2 mei 2012 door de verkoper als demo-auto in gebruik is genomen. Tegen de achtergrond van de door de rechtbank aangehaalde rechtspraak houdt het hof het er dan ook voor, nu niet anders is gebleken, dat de auto door de koper niet voor het eerst in gebruik is genomen. Los daarvan zijn uit de beschikbare gegevens over het gebruik en de status van de auto voldoende aanwijzingen te putten dat van de auto niet kan worden gezegd dat die na de vervaardiging niet of nauwelijks in gebruik is geweest.

Hof Den Haag, 20 maart 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:952