Belastingplan 2019: dit moet u weten

Op Prinsjesdag is het pakket Belastingplan 2019 aangeboden aan de Tweede Kamer. In dit artikel lichten we voor u de belangrijkste (fiscale) wetswijzingen per belastingmiddel eruit.

Inkomstenbelasting
Schijven box 1: van 4 naar 2 schijven
Het kabinet wil het stelsel met 4 schijven vervangen door een tweeschijvenstelsel. Door de invoering van een tweeschijvenstelsel nemen de besteedbare inkomens toe van alle personen met een inkomen vanaf € 20.000 per jaar. Ook wordt het minder van belang of één of twee personen het inkomen in een huishouden verdienen.

In onderstaande tabel ziet u in welke stappen tarieven de komende jaren wijzigen:

* De inkomensgrenzen tot € 20.142 en € 34.404 worden in 2019 iets hoger door inflatiecorrectie.

Zodra iemand de AOW-leeftijd bereikt, gelden aangepaste tarieven:

* Schijfgrenzen schuiven na 2018 iets op door inflatiecorrectie
** Voor mensen geboren voor 1 januari 1946: € 34.404

Verhoging algemene heffingskorting
Door de algemene heffingskorting te verhogen neemt het besteedbaar inkomen toe met maximaal € 184 per jaar. Dit geldt voor mensen met een inkomen tot € 50.000 per jaar.

Wijziging arbeidskorting
Door een verhoging van de arbeidskorting gaat werken meer lonen. De introductie van een nieuw en hoger opbouwtarief maakt het voor inkomens tot € 35.000 aantrekkelijker om meer uren te gaan werken.

Verlaging tarief aftrekposten voor hogere inkomens
De geleidelijke afbouw van de hypotheekrenteaftrek voor inkomens in de hoogste schijf is al gaande. Voor huishoudens met een inkomen boven € 68.507 gaat dit vanaf 2020 sneller. Vanaf 2023 zijn de aftrekbare kosten eigen woning nog maximaal aftrekbaar tegen 37,05%. Dat is nu nog 49,5%. Met de opbrengst van de maatregel wil het kabinet het eigenwoningforfait verlagen.

De tarieven voor een aantal andere aftrekposten, zoals de zelfstandigenaftrek, MKB-winstvrijstelling, giften en partneralimentatie voor deze inkomens gaan vanaf 2020 ook omlaag. Deze aftrekposten zijn vanaf 2023 nog maximaal aftrekbaar tegen 37,05%.

Verhoging box 2-tarief
Het belastingtarief op winst uit aandelen gaat van 25% naar 26,25% in 2020. In 2021 gaat het tarief naar 26,90%. Het kabinet compenseert met deze maatregel de lagere winstbelasting voor ondernemers (vennootschapsbelasting).

Dit geldt alleen voor belastingplichtigen met inkomsten uit aanmerkelijk belang. Daar is sprake van als iemand meer dan 5% van de aandelen van een vennootschap bezit.

Loonheffingen
Looptijd 30%-regeling wordt 5 jaar
De looptijd van de 30%-regeling voor werknemers uit het buitenland wordt per 1 januari 2019 verkort naar 5 jaar. De verkorting gaat gelden voor zowel nieuwe als bestaande gevallen.

Verhoging bedragen vrijwilligersregeling
Als een vrijwilliger vergoedingen en verstrekkingen ontvangt van in totaal maximaal
€ 170 per maand en € 1.700 per kalenderjaar, zijn hierover vanaf 1 januari 2019 geen belasting en premies voor de volks- en werknemersverzekeringen verschuldigd. Nu is deze vergoeding nog € 150 per maand of maximaal € 1.500 per jaar. De nieuwe bedragen moeten de kosten dekken die een vrijwilliger maakt.

Vereenvoudiging van de fietsregeling
Vanaf 1 januari 2020 kunnen ondernemers en werknemers eenvoudiger een fiets, elektrische fiets of speed-pedelec van de zaak gebruiken voor privédoeleinden. Er komt net als voor (het privégebruik van) auto’s van de zaak een forfaitaire bijtelling voor het privégebruik van de bedrijfsfiets. Dit betekent dat zij jaarlijks 7% van de waarde van de adviesprijs van de fiets bij hun inkomen moeten bijtellen.

Vennootschapsbelasting (vpb)
Tarief vennootschapsbelasting omlaag
Het tarief van de vennootschapsbelasting gaat stapsgewijs omlaag. Dit gebeurt vanaf 2019 in 3 jaarlijkse stappen:

Beperking afschrijving gebouwen in eigen gebruik
Ondernemers kunnen gebouwen in eigen gebruik alleen nog afschrijven als die in de boeken staan voor een bedrag hoger dan de WOZ-waarde:

  • Vóór 2019: afschrijven tot 50% van de WOZ-waarde.
  • Na 2019: afschrijven tot 100% van de WOZ-waarde.

Beperking verliesverrekening
Bedrijven kunnen verliezen vanaf volgend jaar nog hooguit 6 jaar voorwaarts verrekenen met winsten. Uw klanten kunnen verliezen uit 2020 nog maar tot en met uiterlijk 2026 verrekenen. Verliezen uit 2021 tot en met 2027 etc. Dit betekent een verschuiving van langdurig verlieslijdende ondernemingen ten gunste van winstgevende ondernemingen.

Omzetbelasting
Verhoging lage btw-tarief
Het kabinet wil het lage btw-tarief verhogen van 6% naar 9%. Deze verhoging geldt voor alle producten en diensten met het lage btw-tarief. Dat betekent dat op iedere 100 euro aan boodschappen er € 2,83 btw bijkomt.

De verhoging geldt naast een deel van de dagelijkse boodschappen ook voor water, boeken, bloemen, de kapper en het bezoek aan musea en attracties.

Uw klanten moeten zich goed voorbereiden op de tariefverhoging. Het heeft impact op:

  • administratie;
  • prijzen van goederen en diensten;
  • facturatie en btw-aangifte.

Wijs uw klant erop dat hij rekening moet houden met een btw-tarief van 9% voor offertes die hij in 2018 maakt voor in 2019 te leveren goederen en diensten.

Product of dienst in 2019 geleverd, maar in 2018 betaald? Dan geldt 6% btw.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan concert- of seizoenkaarten die in 2018 worden betaald, terwijl de evenementen pas in 2019 plaatsvinden. Pas voor betalingen vanaf 1 januari 2019 geldt het 9%-tarief.

Modernisering Kleineondernemingsregeling (KOR)
Het kabinet wijzigt/wil de KOR per 1 januari 2020 wijzigen. Als uw klant verwacht jaarlijks onder de omzetgrens van € 20.000 te blijven, kan hij vanaf 1 januari 2020 kiezen voor vrijstelling van btw. De nieuwe regeling is minder complex en gaat ook gelden voor bijvoorbeeld stichtingen en verenigingen.

Kiezen voor vrijstelling betekent:

  • Geen btw-aangifte doen.
  • Geen btw in rekening brengen en vermelden op facturen.
  • Betaalde btw mag niet worden teruggevraagd.

BPM: afschaffing teruggave BPM taxivervoer
Taxibedrijven krijgen geen aanschafbelasting (bpm) meer terug bij de aanschaf van nieuwe wagens. Het kabinet wil bedrijven aansporen om milieuvriendelijkere straattaxi’s en taxibusjes voor bijvoorbeeld vervoer van gehandicapten of leerlingen te kopen. Voor auto’s die minder CO2 uitstoten, is de bpm lager. Voor auto’s die geen CO2 uitstoten hoeft het taxibedrijf geen aanschafbelasting te betalen.

Dividendbelasting
Het kabinet schaft de dividendbelasting per 2020 af.

Meer informatie
Meer over alle wetsvoorstellen en de uitvoeringstoetsen leest u op Rijksoverheid.nl