Cassatie in zaak vrijgestelde verhuur van garageboxen

De staatssecretaris heeft een beroepschrift in cassatie ingediend tegen het oordeel van het hof dat in dit geval sprake is van vrijgestelde verhuur van garageboxen. 

B is ondernemer voor de omzetbelasting en eigenaar van 11 garageboxen. Deze worden ieder afzonderlijk verhuurd aan particulieren en ondernemers. B heeft met de huurders identieke huurovereenkomsten afgesloten. Hij heeft voor de verhuur geen OB in rekening gebracht. Naar zijn oordeel zijn de garageboxen in gebruik als bergruimte en is daarom sprake van (vrijgestelde) verhuur van onroerende zaken. De inspecteur heeft een naheffingsaanslag opgelegd. Hij stelt dat sprake is van (belaste) verhuur van parkeerruimte voor voertuigen. De rechtbank stelde de inspecteur in het gelijk. B ging in hoger beroep.

In geschil is het antwoord op de vraag of de verhuur van de garageboxen vrijgesteld is van omzetbelasting.

In het bericht van 22 september 2015 leest u de uitspraak van het hof. Anders dan de rechtbank oordeelde het hof dat de verhuur van de garageboxen vrijgesteld is van omzetbelasting nu vaststaat dat de garageboxen multifunctioneel zijn.

De staatssecretaris heeft een beroepschrift in cassatie ingediend.