Coronareserve: voorwaarden bekend

Coronareserve, de staatssecretaris kondigde op 24 april 2020 een fiscale coronamaatregel voor de vennootschapsbelasting aan. U mag het coronagerelateerd verlies over 2020 al in 2019 aftrekken. De maatregel moet mogelijke liquiditeitsproblemen voorkomen. 

Dankzij deze maatregel wordt het onder voorwaarden mogelijk om voor het in 2020 coronagerelateerd verlies, al in 2019 een fiscale reserve te vormen. Op 6 mei heeft de staatssecretaris hierover een beleidsbesluit genomen en zijn de voorwaarden bekendgemaakt.

Voorwaarden

Voor het vormen van een coronareserve in 2019 gelden – in het kort – 5 voorwaarden:

  1. Er is sprake van een verwacht coronagerelateerd verlies in het boekjaar 2020.
  2. Het verwachte coronagerelateerde verlies kan niet groter zijn dan het totale verlies dat de belastingplichtige verwacht over het boekjaar 2020.
  3. De dotatie aan de coronareserve in het boekjaar 2019 bedraagt maximaal de winst over het boekjaar 2019 die zou gelden zonder de vorming van deze reserve.
  4. De coronareserve wordt uiterlijk in het boekjaar 2020 volledig in de winst opgenomen.
  5. De dotatie aan de coronareserve wordt in de aangifte vennootschapsbelasting 2019 opgenomen in de rubriek overige fiscale reserves.

Coronareserve: gevolgen

Het vormen van een fiscale reserve is een keuze van u. In het besluit staat nadrukkelijk dat het vormen van de coronareserve gevolgen kan hebben voor de toepassing van andere regelingen in de vennootschapsbelasting. Laat u zich daarom adviseren door een deskundige.

Nieuwe aangifte

De reserve wordt voor het eerst gevormd in de aangifte over het jaar 2019. Heeft u al aangifte gedaan en wilt u gebruikmaken van de mogelijkheid deze reserve te vormen, dan moet u een nieuwe aangifte indienen. Het is mogelijk om, vooruitlopend op de in te dienen aangifte, al rekening te houden met de reserve door een verzoek in te dienen om de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2019 te verminderen. Dit moet u altijd via de normale procedure doen: met de VA-opgaaf.

Toepassing coronareserve en andere regelingen

De vorming van de coronareserve kan gevolgen hebben voor andere regelingen. Het is van belang daarmee rekening te houden bij de dotatie aan deze reserve. Op 2 van die regelingen gaan we dieper in:

  1. Verliesverdamping
    De coronareserve vermindert de winst over 2019. Daarmee vermindert ook de mogelijkheid om nog onverrekende verliezen uit oudere jaren in aanmerking te nemen in 2019. Verliezen uit oudere jaren zijn maar een beperkt aantal jaren vooruit te wentelen. Het is daardoor mogelijk dat toevoeging aan de coronareserve leidt tot het niet langer kunnen verrekenen van een dergelijk oud verlies. Er is dan sprake van verliesverdamping. Kies daarom het bedrag dat u aan de coronareserve toevoegt zodanig dat u verliesverdamping voorkomt.
  2. Stichtingen en verenigingen: vrijstelling
    Voor stichtingen en verenigingen is de coronareserve alleen van belang als zij belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting. Voor stichtingen en verenigingen geldt een wettelijke vrijstelling als de winst niet meer bedraagt dan € 15.000 of € 75.000 over het jaar en de 4 voorafgaande jaren (artikel 6, lid 1 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969). Als het vormen van de reserve over 2019 ertoe leidt dat de winst lager is dan deze bedragen, geldt automatisch de vrijstelling. Dat leidt tot eindafrekening in het daaraan voorafgaande boekjaar.

    Eindafrekening voorkomen
    Er zijn 2 mogelijkheden om eindafrekening te voorkomen:

    1. Het bedrag dat u aan de coronareserve toevoegt zodanig kiezen dat de
    vrijstelling niet intreedt.

    Voorbeeld 1 Stichting X
        Winst voor toepassing coronareserve in 2019: € 17.000
    Winst in de 4 voorafgaande jaren totaal € 80.000 (4 keer achtereen € 20.000)
    Verwacht coronagerelateerd verlies 2020: € 10.000

    Uitwerking
    Bij volledige toevoeging aan de coronareserve is de winst € 17.000 – € 10.000
    = € 7.000.
    Gevolg: stichting X is vrijgesteld in 2019; alsnog eindafrekening in 2018.
    Bij gedeeltelijke toevoeging van € 1.999 aan de coronareserve is de winst
    € 15.001.
    Gevolg: stichting X blijft belastingplichtig in 2019; geen eindafrekening in
    2018.

    2. Tegelijk met de toevoeging aan de coronareserve kunt u de inspecteur
    verzoeken de vrijstelling niet toe te passen (artikel 6, lid 3 van de Wet op de
     vennootschapsbelasting 1969). De stichting of vereniging blijft dan voor
    een periode van 5 jaren belastingplichtig, ook bij lage winsten of bij
    verliezen. Dit verzoek kunt u doen totdat de inspecteur de aanslag
    over 2019 vaststelt.

    Let op!
         Als over 2019 geen verzoek is gedaan om de vrijstelling achterwege te laten,
    is een dergelijk verzoek over 2020 – ondanks de vrijval van de corona-
    reserve – nodig om eindafrekening over 2019 te voorkomen.

         Voorbeeld 2 (gegevens zoals in voorbeeld 1, waarbij € 1.999 aan de corona-
    reserve is toegevoegd)
         Gerealiseerd verlies in 2020: € 10.000.

         Uitwerking
         Door de vrijval van de coronareserve bedraagt het verlies in 2020 uiteindelijk
    € 8.001. Stichting X is vrijgesteld omdat de winst minder bedraagt dan
    € 15.000; alsnog eindafrekening in 2019. Stichting X kan de eindafrekening
    voorkomen door de inspecteur te verzoeken de vrijstelling voor een periode
    van 5 jaren achterwege te laten. Dit verzoek kan worden gedaan totdat de
    inspecteur de aan slag over 2020 vaststelt.

Vragen?

Neem contact met ons op.