Foto kenteken in beginsel voldoende bewijs; naheffing terecht

Het hof oordeelde dat de inspecteur de naheffingsaanslag terecht heeft opgelegd. Belanghebbende maakte niet aannemelijk dat zijn kentekenplaat was gestolen en de auto op de controlefoto een andere auto betrof. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

A kocht in december 2012 een Ford Ka. Tot half december 2013 is de geldigheid van het kenteken van de auto geschorst. Uit een controlefoto blijkt dat de auto op 29 november 2013 is gefotografeerd op de weg. De inspecteur legde een naheffingsaanslag op met een boete van 100%. A stelt dat een andere auto met een van hem gestolen kentekenplaat op dat moment van de weg gebruik heeft gemaakt. Het enige duidelijk kenbare element op de foto is het kenteken. De rechtbank kwam tot de conclusie dat A zijn stelling niet aannemelijk heeft gemaakt en dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. A ging in hoger beroep.

In geschil is of de naheffingsaanslag en de boete op goede gronden zijn opgelegd,

Net als de rechtbank oordeelt het hof dat een foto van een kenteken in beginsel voldoende bewijs vormt dat met dat voertuig gebruik van de weg is gemaakt. Alhoewel A kan worden toegegeven dat op basis van de foto zelf niet met zekerheid kan worden vastgesteld om welk merk of type motorrijtuig het gaat, doet dit niets af aan de bewijskracht van de foto. Volgens het hof maakte A zijn stelling dat één kentekenplaat van de auto is gestolen en dat de controlefoto een andere auto betreft niet aannemelijk. Zijn betoog dat kentekenplaten en auto-onderdelen van andere op het privéterrein gestalde auto’s zijn gestolen, is onvoldoende. Ook de foto’s van de auto op zijn bedrijfsterrein kunnen A niet baten nu deze niet op 29 november 2013 zijn gemaakt. Ook de boete is terecht. A ging in cassatie.

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep niet-ontvankelijk (art. 80a Wet RO).

Hoge Raad, 30 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2219