Geen bezwaar mogelijk tegen beschikking i.v.m. uitvoering arrest

Het hof is het eens met het oordeel van de rechtbank dat de beschikking, waarbij de naheffingsaanslag in overeenstemming was gebracht met de uitkomst van de procedure, niet een voor bezwaar (en beroep) vatbare beschikking was. 

De Hoge Raad verklaarde op 20 april 2012 het beroep in cassatie van v.o.f. X ongegrond. Naar aanleiding daarvan verminderde de inspecteur de naheffingsaanslag BTW over 2000 tot en met 2003. Voor de motivering van die vermindering verwees de inspecteur naar de uitspraken van de rechtbank en het hof. Daarin was ook een rechtsmiddelverwijzing opgenomen. X ging in beroep.

De rechtbank besliste dat de beschikking, waarbij de naheffingsaanslag in overeenstemming was gebracht met de uitkomst van de door X gevoerde procedure, niet een voor bezwaar (en beroep) vatbare beschikking was, zoals bedoeld in art. 26 AWR. De beschikking was volgens de rechtbank ook niet aan te merken als een belastingaanslag of een in art. 15 AWR voorgeschreven verrekening. Dit werd niet anders doordat de inspecteur ten onrechte een rechtsmiddelverwijzing op het formulier van de beschikking had vermeld, omdat de inspecteur daarmee geen rechtsmiddel kon doen ontstaan. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, maar de inspecteur moest wel het griffierecht aan X vergoeden. Het hof bevestigde dit oordeel. Omdat de inspecteur ten onrechte de beschikking had aangeduid als “Uitspraak op bezwaar” en een rechtsmiddelverwijzing bij de beschikking had opgenomen, was hij bereid om het griffierecht van € 493 aan X te vergoeden.

Hof Den Haag, 15 januari 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:236