Geen gezagsverhouding maar toch een dienstbetrekking

Hof Arnhem-Leeuwarden onderzoekt een zaak waarbij de belanghebbende een specifieke deskundigheid heeft. Sluit het ontbreken van een gezagsverhouding per definitie een dienstbetrekking uit?

X verricht hoofdzakelijk werkzaamheden voor 1 opdrachtgever. De inkomsten die hij hiervoor ontvangt geeft hij in zijn aangifte aan als winst uit onderneming. Volgens de inspecteur kwalificeren deze inkomsten als loon uit dienstbetrekking.

De rechtbank deelt het standpunt van de inspecteur. Aan de 3 voorwaarden van een privaatrechtelijke dienstbetrekking zijn voldaan. Het Hof oordeelt anders en stelt dat de gezagsverhouding ontbreekt. X heeft namelijk een bijzondere deskundigheid en een vrije, adviserende rol.

Fictieve dienstbetrekking
Toch kwalificeren de inkomsten van X volgens het Hof als loon uit dienstbetrekking. Dit komt doordat X in fictieve dienstbetrekking werkzaam is in de zin van artikel 2c van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (gelijkgesteldenregeling). X verricht namelijk persoonlijk arbeid op doorgaans 4 of 5 dagen per week tegen een inkomen dat ruim boven de norm ligt als bedoeld in de bepaling.

Hof Arnhem-Leeuwarden: ECLI:NL:GHARL:2018:3815