Geen vergrijpboete voor niet aangegeven privégebruik bestelauto

Anders dan de rechtbank oordeelt het hof dat geen sprake was van grove schuld voor het niet aangeven van het privégebruik van de bestelauto. De vergrijpboete van 25% is niet terecht.

De heer B heeft een eenmanszaak en verricht las- en snijwerkzaamheden. Tot zijn ondernemingsvermogen behoorde een bestelauto met bijrijdersstoel en een achterbank. B gaf geen privégebruik van deze auto aan. Bij een boekenonderzoek constateerde de inspecteur dat de bijtelling voor het prvégebruik ten onrechte achterwege was gebleven. Hij legde (navorderings)aanslagen IB op met vergrijpboeten van 25%. B stelt dat zijn bestelauto door aard en inrichting nagenoeg uitsluitend geschikt was voor vervoer van goederen. De laadruimte was gevuld met gereedschappen en de achterbank gebruikte hij voor zijn werkspullen en -kleding, waardoor deze vervuild was.

privégebruik bestelauto

Het hof oordeelde dat de bestelauto niet nagenoeg uitsluitend geschikt was voor goederenvervoer. De enkele stelling dat de bestelauto vervuild was, doet daaraan niet af. Verder is niet aangetoond dat met de auto op jaarbasis niet meer dan 500 km privé was gereden. Het hof handhaafde de (navorderings)aanslagen. Wel vernietigt het hof de boete, omdat geen sprake was van grove schuld. Als een belastingplichtige zich laat bijstaan door een adviseur die hij voor voldoende deskundig mocht houden en aan wiens zorgvuldige taakvervulling hij niet behoefte te twijfelen, is er geen aanleiding tot het stellen van de algemene eis dat de belastingplichtige zich ter voorkoming van fouten ook zelf in de inhoudelijke aspecten van op hem toepasselijke belastingregelingen verdiept (vgl. Hoge Raad 13 februari 2009). Hiervan uitgaande behoefde B, anders dan de inspecteur stelt, zich niet in de inhoudelijke aspecten van de regeling te verdiepen. Het hof volgt de inspecteur niet in zijn standpunt dat in dit geval de relevante bijzonderheden van deze regeling van algemene bekendheid zijn. De omstandigheid dat in televisiereclames voor bepaalde automerken de bijtelling privégebruik wordt genoemd, is onvoldoende om, enkel op grond daarvan, te veronderstellen dat B moet hebben geweten dat hij ter zake van het privégebruik van de bestelauto belasting verschuldigd was.

Hof Den Haag, 23 november 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3518