Geïmporteerde auto’s met lage km-standen waren nieuwe auto’s

De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur de geïmporteerde auto’s met kilometerstanden die varieerden van 6 tot 25 km terecht heeft aangemerkt als nieuwe auto’s.

X voldeed in 2014 acht maal BPM voor personenauto’s die zij uit Italië importeerde. Deze auto’s zijn op 30 of 31 december 2013 in Italië voor het eerst toegelaten tot de openbare weg. De kilometerstanden van de auto’s varieerden van 6 tot 25. De auto’s vertoonden geen sporen van gebruik. X stelt dat de auto’s gebruikte personenauto’s zijn als bedoeld in art. 10, lid 1, BPM. De inspecteur vindt dat sprake is van nieuwe auto’s en dat X daarom ten onrechte een vermindering in aanmerking heeft genomen. Hij legde een naheffingsaanslag op.

Net als de rechtbank oordeelde het hof dat de auto’s niet als gebruikte personenauto’s zijn aan te merken, aangezien de auto’s slechts tussen de 6 en 25 kilometer hebben gereden en geen sporen van gebruik vertoonden. Hieraan doet niet dat de auto’s al in het buitenland waren geregistreerd. De inspecteur heeft de naheffingsaanslagen terecht opgelegd naar het tarief 2014 zonder rekening te houden met enige vermindering.

De Hoge Raad oordeelt dat sprake is van een nieuwe personenauto als de auto na de vervaardiging ervan niet of nauwelijks in gebruik is geweest. Een personenauto die niet als een nieuwe personenauto is aan te merken, is voor de BPM een gebruikte personenauto. Het oordeel van het hof getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting. De Hoge Raad verwerpt ook het betoog van X dat dit resultaat zou leiden tot strijd met het systeem van de Wet vanwege het bepaalde in art. 14a in samenhang gelezen met art. 8d, lid 1, van de Uitv. reg. BPM. Ook de stelling van X dat het tarief 2013 moest worden toegepast, verwerpt de Hoge Raad. Er was geen sprake van een verboden discriminerende heffing op grond van art. 110 VWEU.

Hoge Raad, 27 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:78