Huurtoeslag recreatiewoningen met terugwerkende kracht gestopt

Woont u een recreatiewoning? En ontvangt u na 1 april 2018 nog huurtoeslag? Houdt u er dan rekening mee dat Belastingdienst/Toeslagen de huurtoeslag met terugwerkende kracht stopt. U moet de huurtoeslag zo snel mogelijk zelf stopzetten. De sinds 1 april te veel ontvangen toeslag moet u terugbetalen. 

Bewoners van recreatiewoningen hebben door een wijziging in de Wet op de huurtoeslag sinds
1 juli 2016 geen recht meer op huurtoeslag. Tot 1 april stuurde Belastingdienst/Toeslagen bewoners van een recreatiewoning met huurtoeslag daarover een brief. Daarin stond dat de toeslag de maand na de ontvangst van de brief werd gestopt. De huurtoeslag werd niet met terugwerkende kracht per 1 juli 2016 gestopt. Zij hoefden dus geen rekening te houden met plotselinge terugbetaling van hun ontvangen huurtoeslag.

Na een lange overgangsperiode van bijna 2 jaar verandert dit. Sinds juli 2016 heeft Belastingdienst/ Toeslagen een groot aantal burgers met huurtoeslag die in een recreatiewoning wonen, actief benaderd. De resterende groep is niet te achterhalen.

Vanaf 1 april 2018 wel met terugwerkende kracht
Wanneer Belastingdienst/Toeslagen nu vaststelt dat een bewoner van een recreatiewoning nog huurtoeslag ontvangt, dan stopt de toeslag wel met terugwerkende kracht. De toeslag die men na 1 april 2018 heeft ontvangen, moet de bewoner terugbetalen.

Recreatiewoning geen permanent verblijf
De wet is gewijzigd omdat recreatiewoningen niet bedoeld zijn voor permanent verblijf. De eisen die men aan deze woningen stelt – zoals isolatie en brandveiligheid – zijn veel lichter dan die van woningen voor permanent verblijf. De overheid wil voorkomen dat zij burgers ondersteunt om in een woning te verblijven die daar niet geschikt voor is.