Naheffing voor niet-aangegeven privégebruik Land Rover terecht; boete vernietigd

Het hof oordeelt dat de inspecteur terecht een naheffingsaanslag heeft opgelegd voor het privégebruik van de Land Rover. Wel vernietigt het hof de boete, omdat geen sprake was van grove schuld.

De heer A is enig aandeelhouder en directeur van X BV. X stelde aan A een Land Rover ter beschikking waarvoor een rittenregistratie werd bijgehouden. Ook bezat X een Smart. De auto’s maken weinig kilometers, aangezien A vaak in het buitenland verblijft.

Na een boekenonderzoek trekt de inspecteur de conclusie dat de rittenregistratie niet voldeed aan de formele eisen en ook diverse onjuistheden bevatte. Hij stelt dat een bijtelling voor privégebruik ten onrechte achterwege is gebleven. De inspecteur legt een naheffingsaanslag op met 25% boete wegens grove schuld.

In geschil is of de naheffingsaanslag en de boete terecht zijn opgelegd.

Het Hof oordeelt dat de bewijslast van de inspecteur zich beperkt zich tot het aannemelijk maken dat de Land Rover ter beschikking is gesteld aan A. Pas als daarvan sprake is, komt de vraag aan de orde of de terbeschikkingstelling ook betrekking heeft op privégebruik.

Rittenregistratie

De inspecteur heeft volgens het hof aannemelijk gemaakt dat de auto door X aan A ter beschikking was gesteld. Vervolgens komt het hof tot de conclusie dat X niet heeft doen blijken dat (op kalenderjaarbasis) met de Land Rover niet meer dan 500 km privé was gereden. De rittenregistratie was onvoldoende betrouwbaar en controleerbaar.

Anders dan de rechtbank oordeelt, is er volgens het hof geen sprake van grove schuld. ‘Verwijtbaar slordig handelen’ is niet voldoende voor het oordeel dat sprake is van grove schuld.

Hof Amsterdam, 12 juli 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:3184