Uitzendbureau X stelt (Poolse) arbeidskrachten beschikbaar aan bedrijven in de agrarische sector. Het uitzendbureau past in zijn aangiften loonheffingen het lage percentage ww-premie toe. De rechtbank oordeelt dat het uitzendbureau ten onrechte het lage percentage heeft toegepast. De naheffingsaanslag is terecht opgelegd.
De inspecteur is van mening dat de arbeidsovereenkomsten van X niet voldoen aan de voorwaarden voor een lage sectorpremie. In de praktijk is steeds sprake van kortstondige seizoensarbeid. Werknemers keren daarna voor langere tijd terug naar hun woonland en komen soms ook niet terug.
De rechtbank oordeelt dat niet alleen de inhoud van het arbeidscontract een rol speelt. Ook de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de arbeidsovereenkomsten is van belang. Zo moet het aantal arbeidsuren eenduidig vastliggen.
De arbeidsovereenkomsten boden de mogelijkheid van perioden met en zonder werk. Ook was niet uitgesloten dat in het geheel geen werk werd aangeboden. Bij een oproepcontract waarin het aantal uren niet is vastgelegd – of bij een nul-urencontract – moet het hoge percentage worden toegepast.
Volgens de rechtbank voldoen de arbeidscontracten niet aan de criteria van artikel 2.3, tweede lid Besluit Wfsv en bestaat het risico op cyclische werkloosheid. De naheffingsaanslag is terecht opgelegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant ECLI:NL:RBZWB:2017:1102