Ontvangen rente was niet deels een onbelaste vergoeding voor inflatie

De rechtbank oordeelt dat ook voor zover bepaalde voordelen een compensatie vormen voor inflatie, die voordelen tot de belastbare grondslag moeten worden gerekend. De wet voorziet niet in een correctie voor inflatie. De inspecteur heeft de inflatiecorrectie terecht niet geaccepteerd.

BV X leverde haar Vpb-aangifte niet in. De inspecteur legde daarom ambtshalve een aanslag op en een verzuimboete. In bezwaar leverde X alsnog een papieren aangifte in. Zij stelt dat zij recht heeft op een inflatiecorrectie van € 32.170 op de rente-inkomsten die zij aangaf. De rente die zij van de bank ontving, is volgens haar deels aan te merken als een compensatie (schadeloosstelling) voor geldontwaarding (inflatie). De ontvangen rente vormde volgens X in zoverre geen (belastbaar) voordeel voor de onderneming. In het aangifteprogramma kon zij die inflatiecorrectie niet toepassen en daardoor kon zij niet tijdig aangifte doen. Daarom leverde zij in bezwaar een papieren aangifte in. De verzuimboete is daarom volgens haar niet terecht.

In geschil is of X ter compensatie van de (jaarlijkse) geldontwaarding een inflatiecorrectie mag toepassen op de door haar ontvangen rente. Ook is de verzuimboete in geschil.

De rechtbank oordeelde dat de inspecteur de inflatiecorrectie terecht had geweigerd. Als winst uit een onderneming wordt volgens art. 3.8 Wet IB aangemerkt: ‘het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit een onderneming’. Dit winstbegrip is gebaseerd op een nominalistisch stelsel. Met andere woorden, er wordt geen betekenis toegekend aan eventuele waardeveranderingen van de desbetreffende munteenheid. De verzuimboete is terecht. Er is geen sprake van afwezigheid van alle schuld. Ook de elektronische aangifte biedt de mogelijkheid om renteontvangsten aan te geven waarop een vermindering is toegepast, met eventueel vooraf een mededeling aan de inspecteur over de toegepaste vermindering. Om het risico van een onjuiste aangifte geheel te vermijden had X ook aangifte kunnen doen zonder de door haar gewenste aftrek. Die had zij vervolgens aan de orde kunnen stellen in een bezwaarprocedure tegen de daarop volgende belastingaanslag.

Rechtbank Den Haag, 26 mei 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:6102