Reis- en verblijfkosten voor cursus toch aftrekbare, zakelijke kosten

Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat de reis- en verblijfkosten in verband met de cursus een zakelijk karakter hebben. De cursus is niet gevolgd om een nieuwe bevoegdheid te verkrijgen.

A is een geregistreerde octrooigemachtigde. Hij is niet in loondienst en zijn inkomsten heeft hij in zijn IB-aangifte 2011 vermeld als resultaat uit overige werkzaamheden. A bracht een bedrag aan scholingsuitgaven in aftrek. De inspecteur accepteerde een deel van die kosten niet. De correctie ging over de reis- en verblijfskosten in verband met een cursus aan de universiteit van Straatsburg en de reiskosten in verband met een rechtenstudie aan de Universiteit Leiden.

De inspecteur stelt dat sprake is van scholingsuitgaven omdat de cursus en de rechtenstudie zijn gevolgd om een nieuwe bevoegdheid te verkrijgen en niet louter om kennis op peil te houden. Op grond van de artikelen 6.27 en 6.28 Wet IB zijn de reis- en verblijfskosten dan niet aftrekbaar. A stelt echter dat sprake is van zakelijke kosten die aftrekbaar zijn op grond van art. 3.16, lid 8, nu de aard van zijn werkzaamheden noodzaakt tot het volgen van de cursus en de rechtenstudie.

Reis- en verblijfkosten

In geschil is of de inspecteur de reis- en verblijfskosten terecht niet in aftrek heeft toegelaten.

Het hof oordeelde dat sprake is van zakelijke kosten die (beperkt) in aftrek komen op het resultaat uit overige werkzaamheden. De staatssecretaris ging in cassatie.

Volgens de Hoge Raad getuigt het oordeel van het hof dat niet van belang is of A met de cursus en/of de rechtenstudie een nieuwe bevoegdheid heeft verkregen, van een onjuiste rechtsopvatting. De zaak werd verwezen.

Hof Amsterdam overweegt dat de cursus voorzag in een aanvulling van kennis van A die geboden was om te voorkomen dat zijn  werkzaamheid aan economische betekenis inboet. Het is onvoldoende vast komen te staan dat de cursus tot doel had vakkennis te verwerven en zodoende de vakbekwaamheid uit te breiden, waardoor ook de aard van de producten en/of diensten van de bestaande werkzaamheid uitbreiding ondergaat. Van een nieuwe bevoegdheid verkregen door de gevolgde cursus is geen sprake.

Het hof concludeert dat de reis- en verblijfkosten in verband met de cursus een zakelijk karakter hebben. A heeft recht op aftrek van deze kosten tot een bedrag van € 1.500.

Gerechtshof Amsterdam ECLI:NL:GHAMS:2017:4118