De rechtbank oordeelt dat de rentecomponent die is begrepen in de aansluitbijdrage voor de warmtelevering door Essent niet ziet op een door Essent verstrekte lening. Nu geen sprake is van een eigenwoningschuld is ook geen sprake van aftrekbare (hypotheek)rente.
B is eigenaar van een woning die op het warmtenet (stadsverwarming) van Essent is aangesloten. Hij heeft bezwaar gemaakt tegen zijn IB-aanslag 2012, welke conform zijn ingediende aangifte is opgelegd. Daarin verzoekt hij om aftrek van de rentecomponent die is begrepen in de jaarlijks te betalen aansluitbijdrage voor de warmteaansluiting van Essent. Hij merkt die kosten aan als aftrekbare kosten van de eigen woning in box 1. De inspecteur heeft het bezwaar afgewezen.
In geschil is het antwoord op de vraag of de rentecomponent in de aansluitbijdrage voor een bedrag van € 114 is aan te merken als aftrekbare kosten van de eigen woning. Verder is in geschil of het niet in aftrek toestaan van deze kosten een schending van het gelijkheids- en/of vertrouwensbeginsel is.
De rechtbank stelt voorop dat zij eerst moet beoordelen of sprake is van een eigenwoningschuld, alvorens de vraag kan worden gesteld of de kosten als aftrekbare kosten van de eigen woning in aanmerking genomen kunnen worden. De bewijslast dat ter zake van de jaarlijks aan Essent verschuldigde aansluitbijdrage sprake is van een eigenwoningschuld rust op B. Hij moet daarom aannemelijk maken dat sprake is van een eigenwoningschuld die is aangegaan ter verwerving, verbetering of onderhoud van de eigen woning. Naar het oordeel van de rechtbank is B hierin, tegenover de gemotiveerde betwisting door de inspecteur, niet geslaagd. Hij heeft immers geen feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat de aansluitbijdrage een vergoeding is voor een tijdelijk door Essent aan B ter beschikking gesteld geldbedrag, ofwel een lening. Nu geen sprake is van een lening is reeds op die grond geen sprake van een eigenwoningschuld. Verder oordeelt de rechtbank dat geen sprake is van schending van het gelijkheids- of vertrouwensbeginsel.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2 februari 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:2385