Het verwijzingshof oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk maakte dat de waarde die voortvloeit uit de toepassing van art. 17a UBIB in betekenende mate hoger is (10% of meer) dan de werkelijke waarde in het economische verkeer van de woningen in verhuurde staat op de WOZ-waardepeildatum. B bezit vijf verhuurde woningen waarop huurbescherming van toepassing is. […]