Valt verkoopprovisie voor commandiet in scheepvaart-CV ook onder tonnageregime?

Advocaat-Generaal Wattel concludeert dat de tonnageregeling ook van toepassing is op de provisie die belanghebbende genoot bij de verkoop van het zeeschip.

BV X nam als commanditaire vennoot deel in CV Z. Z exploiteerde een schip dat in 2007 werd verkocht via bemiddeling door een scheepsmakelaar. De scheepsmakelaar ontving daarvoor een verkoopprovisie van 3% (€ 168.750) van Z. X ontving van de scheepsmakelaar 1/3 deel (€ 56.250) van die provisie voor haar activiteiten bij de verkoop. X berekende haar winst uit zeescheepvaart volgens het tonnageregime. Zij stelt dat ook de provisie onder het bereik van het tonnageregime valt. Haar inspanningen om het schip tegen de meest gunstige prijs te verkopen, hangen volgens haar samen met de exploitatie van het zeeschip. De inspecteur is het daarmee niet eens. Volgens hem heeft X de verkoopprovisie gekregen in verband met diensten welke zij “pro se” heeft verricht en dus niet in haar hoedanigheid van commanditair vennoot van de CV.

verkoopprovisie

In geschil is of de verkoopprovisie van € 56.250 onder de reikwijdte van het tonnageregime valt.

De rechtbank was het met X eens, maar het hof niet. De verkoopwerkzaamheden hingen volgens het hof weliswaar direct samen met de scheepsexploitatie, maar de verkoopprovisie niet. X genoot de provisie niet als commandiet in de CV, maar “pro se”. X ging in cassatie. De staatssecretaris stelt voorwaardelijk incidenteel dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de werkzaamheden van X voor de scheepsmakelaar direct samenhingen met scheepsexploitatie.

Advocaat-Generaal Wattel adviseert het beroep in cassatie van X gegrond te verklaren. De A-G constateert dat de omschrijving die X gaf van haar werkzaamheden en haar stelling dat die werkzaamheden niet door derden konden of mochten worden verricht, door de inspecteur niet is weersproken. Zijns inziens moest het hof daarom van de juistheid van die beschrijving en die stelling uitgaan. Dat laat geen andere conclusie toe dan dat X die werkzaamheden als mede-exploitant van het schip voor dat eigen schip heeft uitgevoerd. Ook de overeenkomst met de vennoten noopt volgens de A-G tot de conclusie dat X de provisie genoot als exploitant van het schip.

Conclusie Advocaat-Generaal, 14 juni 2016, ECLI:NL:PHR:2016:525