Verzuimboete voor te late Vpb-aangifte gehandhaafd

Belanghebbende maakt niet aannemelijk dat zij alle in redelijkheid van haar te vergen zorg heeft betracht om te bewerkstelligen dat tijdig aangifte zou worden gedaan. Geen afwezigheid van alle schuld. De boete van € 2460 is in dit geval passend en geboden. Aldus het hof. 

X BV is uitgenodigd om aangifte Vpb te doen. De inspecteur stuurde een herinneringsbrief en daarna een aanmaning omdat X haar aangifte niet inleverde. In de aanmaning heeft de inspecteur X erop gewezen dat een boete zal worden opgelegd als de aangifte niet op tijd is ontvangen. Nadat de aangifte uitbleef, heeft de inspecteur de aanslag ambtshalve vastgesteld en een verzuimboete van € 2460 opgelegd. X stelt in beroep dat zij, hoewel zij dit wel heeft geprobeerd, niet in staat was in te loggen bij de Belastingdienst en hierdoor geen aangifte kon doen. Zij beroept zich hierbij op “onmacht”, die wordt veroorzaakt door de vele fouten die de Belastingdienst maakt. Zo komt het geregeld voor dat bij het inloggen om aangifte te doen het account wordt geblokkeerd door storingen van de website van de Belastingdienst. Toen het haar niet lukte elektronisch de aangifte in te dienen, heeft zij, naar zij vermoedt binnen de aangiftetermijn, met een uitdraai van een aangifteprogramma een papieren aangifte ingediend. De inspecteur weerspreekt dat X, evenals in de voorgaande jaren, een (papieren) aangifte Vpb heeft ingediend, laat staan dat dit tijdig zou zijn gebeurd. Een afschrift van zodanige aangifte ontbreekt in het dossier.

In geschil is of de verzuimboete terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd.

De rechtbank overweegt dat alleen bij afwezigheid van alle schuld (avas) het opleggen van een boete achterwege moet blijven. Van avas is sprake als X alle in de gegeven omstandigheden van haar in redelijkheid te vergen zorg heeft betracht om te bewerkstelligen dat tijdig aangifte werd gedaan (vgl. HR 15 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA7184). De bewijslast ter zake ligt bij X. Zij heeft, tegenover de gemotiveerde weerspreking van de inspecteur dat hij niet bekend is met problemen in storingen van de website van de Belastingdienst, niet aannemelijk gemaakt dat zij als gevolg van deze storingen geen elektronische aangifte heeft kunnen doen. X spreekt in dit verband in algemene, niet op haar specifieke situatie toegespitste, termen over stelselmatige en veelvuldig voorkomende fouten die worden begaan door de Belastingdienst, zonder daarbij aan te geven welke fouten dat zijn en hoe zij daarin zodanig wordt gehinderd in haar werkzaamheden dat het haar onmogelijk was de aangifte elektronisch in te dienen. X maakt niet aannemelijk dat zij tevergeefs alles in het werk heeft gesteld om hulp te verkrijgen bij het oplossen van de problemen die zij – naar zij stelt – ondervond bij het indienen van de aangifte. Onder deze omstandigheden treft X het verwijt ter zake van het niet doen van aangifte en kan er volgens de rechtbank geen sprake zijn van avas. De inspecteur heeft de verzuimboete terecht opgelegd. Bij het bepalen van de hoogte van de boete neemt de rechtbank in aanmerking dat in de vijf voorgaande jaren X evenmin aangifte heeft gedaan. Het hof onderschrijft deze oordelen en vindt de boete ook passend en geboden.

Hof Amsterdam, 26 februari 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1152