Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de 30%-regeling niet meer toegepast kan worden als de werknemer feitelijk geen werkzaamheden meer voor de werkgever verricht.
Voor een werknemer mag vanaf de indiensttreding in november 2011 de 30%-regeling worden toegepast. De dienstbetrekking wordt per 1 september 2014 beëindigd. Vanaf 1 december 2013 hoeft hij geen werkzaamheden meer te verrichten. De werkgever houdt vanaf 1 januari 2014 loonheffing in zonder toepassing van de 30%-regeling. De werknemer maakt hier bezwaar tegen.
Volgens het uitvoeringsbesluit Loonbelasting 1965 wordt voor de toepassing van de looptijd van 30%-regeling aangesloten bij het eindigen van de tewerkstelling. Na het loontijdvak dat volgt op het loontijdvak waarin de werkzaamheden stoppen, eindigt de 30%-regeling. Inhouding op het loon is terecht berekend vanaf 1 januari 2014. Het beroep is ongegrond.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant: ECLI:NL:RBZWB:2015:8051