Bij vrijwilligersregeling uitgaan van brutobedrag

Als een brutovergoeding het maximumbedrag van de vrijwilligersregeling overschrijdt, is die regeling niet van toepassing. Ook een gedeeltelijke vrijstelling is niet mogelijk.

Belanghebbende (hierna B) heeft als secretaris werkzaamheden verricht voor een stichting. Hij heeft hiervoor € 2.080 ontvangen, waarop € 1.082 aan loonheffingen is ingehouden.

In zijn aangifte inkomstenbelasting heeft B de vergoeding tot een bedrag van € 1.500 aangemerkt als vrijgestelde vrijwilligersvergoeding en het restant aangegeven als inkomsten uit werk. De inspecteur is afgeweken van de aangifte en heeft de € 1.500 in de heffing betrokken.

In geschil is of het bedrag van € 1.500 kan worden aangemerkt als een vrijgestelde vergoeding ingevolge de vrijwilligersregeling.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de maximumvergoeding een bruto- en geen nettovergoeding is. Omdat het bruto bedrag meer dan € 1.500 bedraagt, is de vrijwilligersvergoeding niet van toepassing. Voor gebruik van een gedeeltelijke toepassing van de vrijwilligersvergoeding, biedt de wet geen ruimte.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant: ECLI:NL:RBZWB:2017:3380