Wet vereenvoudiging belastingvrije voet

Minister Koolmees van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) stuurt een brief over onderwerpen die te maken hebben met de Wet vereenvoudiging belastingvrije voet (Wvbv) naar de Tweede Kamer. De minister gaat onder meer in op de normwaarden voor de berekening van de beslagvrije voet en het aflopen van de overgangstermijn bij deze wet.
 
De belastingvrije voet is het deel van het inkomen waar geen beslag op mag worden gelegd door schuldeisers.
 
Normwaarden
Voor de berekening van de beslagvrije voet hanteert men onder meer zogenoemde normwaarden, bijvoorbeeld de bijstands-, huur- en zorgtoeslagnorm. Dat gebeurt zoals bij de bijstandsnorm elke 6 maanden (1 juli en 1 januari) en voor andere normen eens per jaar (1 januari).
 
Op 1 juli 2021 zijn normwaarden voor de berekening van de beslagvrije voet gewijzigd. Bij de voorbereiding van de wijziging is gebleken dat op 1 januari 2021 per abuis 5 normwaarden niet zijn gewijzigd. Het betreft de normwaarden die men gebruikt voor het vaststellen van het vakantiegeld dat bij een inkomen wordt gereserveerd.
 
Te lage beslagvrije voet vastgesteld
Uit de impactanalyse van het ministerie van SZW blijkt dat bij mensen met neveninkomen tot € 1.500 per maand, de beslagvrije voet mogelijk te laag is vastgesteld. Deze mensen zijn niet geautomatiseerd te achterhalen.
 
Als de beslagvrije voet te laag is vastgesteld en men zich meldt bij de partij die beslag legt, dan kan men de beslagvrije voet vanaf 1 juli 2021 opnieuw laten berekenen met inachtneming van de gewijzigde normwaarden. De beslagleggende partij kan dan aan de hand van maatwerk een oplossing zoeken, bijvoorbeeld door – in die gevallen waarin dat mogelijk is – het te veel afgedragen bedrag terug te storten. Overigens moet men élke beslagvrije voet op grond van de Wvbv na 1 jaar opnieuw berekenen.
 
Voor de zekerheid bouwt men in de wet een extra controle in, om in de toekomst alle normwaarden tijdig te wijzigen en de wijzigingen ook op tijd door te voeren.
 
Overgangstermijn tot 1 juli 2021
Sommige gemeenten en waterschappen waren bij het in werking treden van de wet op 1 januari 2021, nog niet klaar om deze wet uit te voeren. Voor hen bestond een overgangstermijn tot 1 juli 2021. De verwachting is dat uiteindelijk alle organisaties uiterlijk in september gereed zijn om de nieuwe berekeningsmethode toe te passen. Tot die tijd leggen organisaties die meer tijd nodig hebben geen nieuwe beslagen en/of houden deze aan.
 
Meer informatie
U leest meer in de Kamerbrief over Wet vereenvoudiging belastingvrije voet op de internetsite van de Rijksoverheid.