Wiebes: “Geen boetes voor welwillende ondernemers”

Staatssecretaris Wiebes heeft de eerste voortgangsrapportage over de wet DBA naar de Tweede Kamer gestuurd. Hij kondigt daarin aanvullende acties aan, zoals extra capaciteit bij de Belastingdienst voor het beoordelen van overeenkomsten, een meldpunt en meer toegespitste communicatie samen met branche- en koepelorganisaties.

In zijn brief schrijft Wiebes dat ook na 1 mei 2017 goedwillende ondernemers niet beboet worden. Wiebes: “Ik kan het niet helderder zeggen dan zo: dit gaat niet gebeuren.”

Wiebes meldt: ‘In gesprekken met bedrijven klagen ondernemers soms over kwaadwillende branchegenoten die de regels uit de arbeidswetgeving expres niet nakomen; hen kwam de vrijwaring van de VAR goed uit. Deze oneerlijke concurrentie wordt nu aangepakt. Kwaadwillende ondernemers kunnen per mei wel rekenen op een harde hand.’

Buiten dienstverband
In verreweg de meeste gevallen kan gewoon buiten dienstverband worden gewerkt. Om nog resterende onzekerheid in sommige sectoren op te lossen, komt staatssecretaris Wiebes daarom met aanvullende acties, zoals extra capaciteit bij de Belastingdienst voor het beoordelen van overeenkomsten, een meldpunt en meer toegespitste communicatie.

Regels nog hetzelfde
Met de wet DBA is alleen de VAR – de automatische vrijwaring voor de opdrachtgevers – verdwenen. De regels of je ondernemer bent of niet zijn nog precies hetzelfde. Het gebruik van een modelovereenkomst is niet verplicht en vaak onnodig.

Een groot deel van de opdrachtnemers functioneert overduidelijk buiten dienstverband, bijvoorbeeld zzp’ers die voor particulieren werken of voor zelfstandige adviseurs met concrete opdrachten voor wisselende opdrachtgevers. Voor deze groep is een modelovereenkomst of zekerheid vooraf natuurlijk niet nodig. Een tweede grote groep betreft zzp’ers en opdrachtgevers die zekerheid vooraf willen of ze hun arbeidsrelatie goed hebben georganiseerd. Zij zijn of kunnen aan de slag met de modelovereenkomsten op de site van de Belastingdienst.

Schijnzelfstandigheid
De grootste weerstand ontmoet de Belastingdienst niet waar onzekerheid bestaat maar waar inmiddels juist zekerheid is dat de oude manier van werken nooit binnen de wet heeft gepast. Vaak gaat het om werkrelaties die, beoordeeld naar al lang bestaande wettelijke criteria, neerkomen op een dienstbetrekking, bijvoorbeeld een reguliere leraar in het onderwijs die onder gezag van een rector werkt met een door de school bepaalde lesstof of een ICT’er die jarenlang op vaste werkdagen en met vaste werktijden werkt onder gezag van een projectleider van de opdrachtgever, soms zelfs met functioneringsgesprekken.

Het gaat dan om beperkte aantallen, veelal in sectoren waar concurrenten dominant met werknemers werken. Eerste onderzoeken van marktpartijen bevestigen dat, evenals het punt dat verreweg de meeste opdrachtgevers en ondernemers geen knelpunten ervaren of verwachten door de wet DBA.