Familiehypotheek geen ‘onwenselijke fiscale constructie’

Er is geen sprake van een ‘onwenselijke fiscale constructie’ bij de familiehypotheek, zo antwoordt staatssecretaris Van Rij op Kamervragen over het artikel ‘Voordeel familiehypotheek groter dan jubelton’.

Huizenbezitters met een lening bij een familielid kunnen ook gebruik maken van de hypotheekrenteaftrek. Bij een familielening moet door de Belastingdienst worden vastgesteld of de verschuldigde rente een reële vergoeding is voor het ter beschikking stellen van de lening. De rente die op de lening wordt gerekend moet marktconform zijn. De inspecteur kijkt bij de beoordeling of sprake is van een lening en naar het overeengekomen rentepercentage. Daarbij kijkt hij onder andere welk rentepercentage financiële instellingen zouden aanbieden bij een vergelijkbare hypothecaire lening op het moment van afsluiten van de lening. Als het rentepercentage fiscaal acceptabel is en aan de overige voorwaarden is voldaan, is de betaalde rente aftrekbaar als eigenwoningrente. In het geval de verstrekker van de lening de rente kwijtscheldt, is de rente niet aftrekbaar. De rente moet wel op de belastingplichtige ‘drukken’ om voor aftrek in aanmerking te komen. Daarnaast is het nog van belang om op te merken dat de vordering, waarop de rente wordt betaald voor de verstrekker van de lening tot de box 3-grondslag behoort. Los van het bovenstaande kan degene die geld heeft uitgeleend een schenking doen. Voor de schenkingsvrijstelling in familieverband geldt bijvoorbeeld dat ouders hun kind jaarlijks € 6.633 (bedrag 2024) belastingvrij mogen schenken. Volgens het kabinet is daarom geen sprake van een bevoordeling ten opzichte van belastingplichtigen die een lening afsluiten bij een financiële instelling of belastingplichtigen die schenkingen ontvangen en de gelden besteden aan andere doeleinden. Er is geen sprake van een ‘onwenselijke fiscale constructie’.

Bron: Ministerie van Financiën, 7 februari 2024, nr. 2024-0000028506