Geen verlaagd tarief voor biertje en T-shirt bij obstacle run

De rechtbank oordeelt dat de levering van het wedstrijdshirt en van het biertje zijn belast naar hun eigen algemene tarief en niet delen in het lage tarief van de obstacle run.

BV X organiseert meerdere keren per jaar een obstacle run. Dit is een sportevenement waarbij hardlopen wordt gecombineerd met het overwinnen van diverse obstakels. De deelnemer krijgt ook een T-shirt met opdruk en een drankje (bier of frisdrank) bij de finish. Na een boekenonderzoek legde de inspecteur een naheffingsaanslag op. X had het lage btw-tarief toegepast op de wedstrijdshirts en op de muntjes waarvoor alcohol is geleverd bij de finish. De inspecteur stelt dat B over die omzet 21% btw is verschuldigd.

De rechtbank oordeelt dat de primaire stelling van X, dat sprake is van één onsplitsbare prestatie, faalt. Het verstrekken van het wedstrijdshirt en van het biertje is namelijk niet nodig om een obstacle run te kunnen organiseren. Er is ook geen sprake van dat de prestaties zo nauw met elkaar verbonden zijn dat zij objectief gezien één enkele ondeelbare economische prestatie vormen, waarvan splitsing kunstmatig zou zijn. Er is gemakkelijk en niet kunstmatig onderscheid mogelijk tussen de dienst die bestaat uit het verlenen van toegang tot de obstacle run en de levering van het wedstrijdshirt en de levering van het biertje. De door het Hof van Justitie gegeven hoofdregel dat elke prestatie voor de btw in beginsel als onderscheiden en zelfstandig moet worden beschouwd (zie r.o. 68 van het arrest Baštová), moet daarom worden gevolgd. Ook is volgens de rechtbank geen sprake van bijkomende prestaties zoals bedoeld in het CPP-arrest. Het criterium daarvoor is dat een prestatie in het bijzonder als bijkomend bij een hoofdprestatie moet worden beschouwd, wanneer zij voor de klanten geen doel op zich is, maar een middel om de hoofdprestatie van de dienstverrichter zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Zowel de levering van het wedstrijdshirt als de levering van het biertje is volgens de rechtbank een doel op zich, omdat beide prestaties zelfstandig een nuttige functie hebben, los van het meedoen aan de obstacle run.

Rechtbank Gelderland, 28 februari 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:945