Geen recht op toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs

Een BV maakt niet aannemelijk dat zijn werknemers de uren beroepspraktijkvorming behorende bij de genoten opleiding hebben gevolgd. Hof Den Haag oordeelt dat de BV geen recht heeft op toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs.

Afdrachtvermindering

De BV exploiteert een transportbedrijf. In 2010 stonden in totaal 30 werknemers van de BV ingeschreven voor de erkende beroepsopleiding Chauffeur goederenvervoer (hierna: de opleiding). De werknemers volgden een verkort opleidingsprogramma. De BV paste hiervoor de afdrachtvermindering onderwijs toe.

Zowel de inspecteur als het hof concluderen dat de BV geen recht heeft op toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs. De BV maakt namelijk niet aannemelijk dat de werknemers de bij de opleiding behorende uren beroepspraktijkvorming daadwerkelijk hebben gevolgd. Daarbij weegt het Hof het volgende mee. De BV had voor 30 werknemers slechts 1 praktijkopleider aangesteld en van echte begeleiding vanuit de onderwijsinstelling was geen sprake.

Gerechtshof Den Haag, ECLI:NL:GHDHA:2016:3419