Gerechtshof Den Bosch oordeelt in hoger beroep dat inderdaad de redelijke termijn is overschreden. De van fraude en valsheid in geschrifte verdachte fiscaal dienstverlener krijgt echter vrijwel dezelfde straf.
Een fiscaal dienstverlener pleegt fraude. Hij doet onder andere foutieve aangiften en pleegt valsheid in geschrifte voor zichzelf en zijn partner. Na overleg tussen het Functioneel Parket, de FIOD en de Belastingdienst wordt besloten strafrechtelijk onderzoek in te stellen tegen de verdachte en zijn echtgenote.
Tijdens de zitting bekent hij de ten laste gelegde feiten, maar verzet zich na de uitspraak tegen de opgelegde gevangenisstraf. Er zou sprake zijn van overschrijding van de redelijke termijn.
Gerechtshof Den Bosch vindt dat ook, maar handhaaft de strafmaat. De verdachte heeft door zijn handelswijze gemeenschapsbelangen geschonden. Het hof rekent het de verdachte daarom zwaar aan dat hij heeft gehandeld zoals bewezen is verklaard en legt een gevangenisstraf op voor de duur van 9 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
Gerechtshof Den Bosch: ECLI:NL:GHSHE:2017:4107