HR verwijst zaak over gebruikelijkheidstoets bonusaandelen

De werkkostenregeling is niet beperkt tot vergoedingen en verstrekkingen die een zakelijk of gemengd karakter hebben. Een verwijzing naar de doelmatigheidstoets van €2.400 is niet voldoende om te stellen dat een bv aandelen niet mag aanwijzen als eindheffingsloon. Dit oordeelt de Hoge Raad (HR).
 

bonusaandelen

Een bv kent bonusaandelen toe aan directieleden in 2012 en 2013. Waarde van de aandelen is €429.856 in 2012 en €76.010 in 2013. De bv wijst de aandelen aan als eindheffingsloon en draagt 80% eindheffing af over het bedrag dat boven de vrije ruimte uitkomt.
 
De inspecteur legt naheffingsaanslagen op. Hij geeft aan dat het volgens de wetsgeschiedenis niet de bedoeling is om aanzienlijke beloningsbestanddelen onder te brengen in de werkkostenregeling. Toepassing van de regeling zou leiden tot een aanzienlijk tariefvoordeel. Dit is niet beoogd met de werkkostenregeling. De inspecteur accepteert maximaal €2.400 per werknemer als eindheffingsloon.
 
Hof Het hof bepaalt dat het niet mogelijk is om bonusaandelen met een aanzienlijke waarde voor een beperkte groep werknemers aan te wijzen als eindheffingsbestanddeel. Er is sprake van een aanzienlijk voordeel dat op individueel niveau met de toekenning van de aandelen is behaald. Daarbij zijn de aandelen geen vergoeding voor werkkosten en niet zakelijk van aard.
 
Hoge Raad Volgens de Hoge Raad is de reikwijdte van de werkkostenregeling niet beperkt tot vergoedingen en verstrekkingen die naar algemeen maatschappelijke opvattingen een zuiver zakelijk of gemengd karakter hebben. De inspecteur moet stellen en aannemelijk maken dat het ongebruikelijk is dat de bv de aandelen aanwijst als eindheffingsloon. Het is niet voldoende om alleen te verwijzen naar de doelmatigheidstoets van €2.400 per werknemer per jaar. Doordat het Hof bij het toetsen van het bewijs uit is gegaan van een verkeerd ‘loonbegrip’ kan de toets van het bewijs niet in stand blijven.
 
De Hoge Raad verwijst de zaak voor een nieuwe behandeling van de vraag of het aanwijzen van beloningselementen in de vorm van bonusaandelen voor de werkkostenregeling gebruikelijk is.
 
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2019:1050