Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inkomsten die een zorgverlener geniet uit thuiszorgwerkzaamheden aangemerkt moeten worden als loon uit dienstbetrekking en niet als winst uit onderneming.
Belanghebbende verleent in 2013 thuiszorg in natura als bedoeld in de AWBZ. In geschil is of de inkomsten die zij ontvangt aangemerkt moeten worden als loon uit dienstbetrekking of winst uit onderneming.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat inkomsten moeten worden aangemerkt als loon uit dienstbetrekking. Belanghebbende heeft wel thuiszorg in natura verleend als bedoeld in de AWBZ, maar zij is volgens de rechtbank te weinig zelfstandig om als ondernemer aangemerkt te kunnen worden (vgl. Hof Arnhem-Leeuwarden 20 december 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:10247, V-N 2017/12.1.1).
Zij is voor opdrachten te afhankelijk van haar opdrachtgevers (de zorgaanbieders). Volgens de rechtbank bestaat tussen deze zorgaanbieders en belanghebbende een gezagsverhouding, zodat inkomsten aangemerkt moeten worden als loon uit dienstbetrekking.
Inkomstenbelasting in plaats van loonheffingen
De rechtbank verwerpt het standpunt van belanghebbende dat de inspecteur in plaats van de inkomsten in de aanslag inkomstenbelasting te betrekken naheffingsaanslagen loonheffing had moeten opleggen aan de zorgaanbieders.
Rechtbank Noord-Nederland: ECLI:NL:RBNNE:2017:3164