Onkostenvergoeding belast, terecht privégebruik auto bijgeteld

Het Hof is met de inspecteur van oordeel dat geen ruimte bestaat voor een onbelaste vaste onkostenvergoeding en dat de rittenregistratie te veel vragen oproept.

Een bv stelt 2 auto’s ter beschikking aan een directeur grootaandeelhouder (dga). Voor 1 van de 2 auto’s vindt bijtelling privégebruik auto plaats. Voor de andere auto is een rittenregistratie bijgehouden en vindt geen bijtelling plaats.

De rittenregistratie:
◾is achteraf opgesteld
◾bevat niet alle gereden routes
◾noemt een afwijkende kilometerstand dan opgenomen in de Nationale Autopas (NAP)

Hierdoor toont de dga met de rittenregistratie niet aan dat hij minder dan 500 km privé heeft gereden.

Het Hof oordeelt verder dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat uitgaven ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking en voor eigen rekening zijn gedaan. Van belang is dat het overzicht van de uitgaven niet aansluit bij specificatie van de vaste kostenvergoeding. Zo zijn de gemaakte kosten betaald met de creditcard van een dochtermaatschappij.

Ten aanzien van het privégebruik auto acht het Hof aannemelijk dat het aan belanghebbende is te wijten dat de belasting niet is betaald. Het Hof beslist met betrekking tot de boete dat sprake is van grove schuld en dat boeten van 25% passend en geboden zijn.

Gerechtshof Arnhem Leeuwarden: ECLI:NL:GHARL:2017:11194