Prinsjesdagspecial 2019

Op Prinsjesdag, 17 september 2019, heeft het kabinet het pakket Belastingplan 2020 aangeboden aan de Tweede Kamer.

Het bestaat uit de volgende wetsvoorstellen:

  • Belastingplan 2020;
  • Overige fiscale maatregelen 2020;
  • Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord;
  • Wet bronbelasting 2021;
  • Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven;
  • Wet implementatie richtlijn harmonisatie en vereenvoudiging handelsverkeer tussen lidstaten.

De voorgestelde maatregelen staan in het teken van lagere lasten op arbeid, de aanpak van belastingontwijking en -ontduiking, een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor reële economische activiteiten en verdere vergroening. Veel van deze voorgestelde maatregelen treden in werking op 1 januari 2020. In deze Prinsjesdagspecial hebben wij de hoofdlijnen van de aangekondigde maatregelen voor u uiteengezet.

Van Belastingplan 2020 naar wet:
Het Belastingplan 2020 wordt zowel in de Tweede Kamer als Eerste Kamer besproken. Pas na goedkeuring worden de plannen definitief. Vanzelfsprekend houden we voor u in de gaten hoe u hierop kunt inspelen. Is het belangrijk om nog dit jaar in actie te komen of kunt u met bepaalde zaken beter even wachten tot 2020? In onze eindejaarstips besteden we hier op de belangrijkste punten aandacht aan.

  1. Tweeschijvenstelsel al in 2020 een feit

Het kabinet stelt voor om de invoering van het tweeschijvenstelsel in de inkomstenbelasting te versnellen. De invoering die aanvankelijk per januari 2021 zou plaatsvinden, wordt al per 1 januari 2020 gerealiseerd. Er komt een basistarief van 37,35% en een toptarief van 49,5% in de inkomstenbelasting. In 2021 wordt het basistarief op grond van het wetsvoorstel verlaagd naar 37,10%.

  1. Tarief voor aftrekposten

Voor de aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning en andere aangewezen aftrekposten in de inkomstenbelasting, zoals de ondernemersaftrek en de aftrek vanwege specifieke zorgkosten, zal in 2020 een aftrektarief van 46% gelden.

  1. Algemene heffingskorting extra verhoogd

De algemene heffingskorting wordt in 2020 met EUR 78 extra verhoogd en in 2021 met EUR 2 extra bovenop de reeds geplande verhoging. Daarmee komt de algemene heffingskorting in 2020 uit op EUR 2.711. In 2021 komt de algemene heffingskorting uit op EUR 2.801.

  1. Arbeidskorting extra verhoogd

De arbeidskorting wordt over het gehele traject verhoogd met in totaal EUR 285 extra, verdeeld over drie stappen in 2020, 2021 en 2022. In 2020 gaat de maximale korting omhoog van EUR 3.399 naar EUR 3.819. In 2021 stijgt de arbeidskorting verder naar EUR 4.143.

  1. Verlaging zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek zal per 2020 worden verlaagd van EUR 7.280 naar EUR 5.000 in 2028. Deze verlaging zal met acht stappen van EUR 250 en één stap van EUR 280 plaats gaan vinden.

  1. Daling tarief vennootschapsbelasting pas in 2021

Het tarief in de vennootschapsbelasting voor winsten vanaf EUR 200.000 blijft in 2020 staan op 25% en daalt in 2021 naar 21,7%. De daling over de eerste schijf blijft zoals die was: een daling naar 16,5% in 2020 en 15% in 2021.

  1. Effectieve tarief innovatiebox verhoogd

Het effectieve tarief van de innovatiebox zal per 2021 worden verhoogd van 7% naar 9%.

  1. Einde betalingskorting

De betalingskorting die geldt in de vennootschapsbelasting zal per 1 januari 2021 worden afgeschaft.

  1. Liquidatie- en stakingsverliesregeling aangepast

In 2021 zal de liquidatie- en stakingsverliesregeling in de vennootschapsbelasting worden aangepast. Dit houdt in dat de verliezen alleen nog maar onder strikte voorwaarden in aftrek kunnen worden gebracht.

  1. Overgangsrecht voor saldolijfrenten van vóór 2001 eindigt niet in 2021

Het overgangsrecht voor bepaalde saldolijfrenten en voor bepaalde buitenlandse pensioenen, waarvoor dit overgangsrecht nooit bedoeld was, zal niet worden beëindigd en de afrekenverplichting hiervoor zal niet worden afgeschaft. De beëindiging van het overgangsrecht en de afrekenverplichting wordt hierdoor beperkt tot specifiek die oude saldolijfrenten waarmee belastingheffing langdurig kan worden uitgesteld.

  1. Vier wijzigingen in de werkkostenregeling

Vergroten vrije ruimte mkb

Er wordt een tweeschijvenstelsel voorgesteld in de berekening van de vrije ruimte. In de eerste schijf wordt de vrije ruimte vergroot naar 1,7% van de fiscale loonsom tot en met EUR 400.000. In de tweede schijf geldt de huidige 1,2% over de resterende loonsom.

Onbelast vergoeden kosten aanvraag VOG

Per 1 januari 2020 zullen de kosten voor de aanvraag van een Verklaring omtrent gedrag (VOG) onder de gerichte vrijstelling van de werkkostenregeling vallen. Dit betekent dat werkgevers de kosten voor de aanvraag van een VOG onbelast mogen vergoeden aan werknemers zonder dat zij daarvoor hun vrije ruimte hoeven in te zetten.

Uiterste moment aangifte en afdracht eindheffing wordt verlengd

De werkgever krijgt vanaf 2020 wat langer de tijd en moet de verschuldigde eindheffing in verband met het overschrijden van de vrije ruimte van een kalenderjaar uiterlijk aangeven tegelijk met de aangifte over het tweede aangiftetijdvak van het volgende kalenderjaar. Nu moet de werkgever dit uiterlijk tegelijk met de aangifte over het eerste aangiftetijdvak van het volgende kalenderjaar aangeven.

Bepalen waarde producten uit eigen bedrijf

De waarde van producten uit eigen bedrijf wordt vanaf 2020 bepaald aan de hand van de waarde in het economische verkeer en niet meer gebaseerd op het bedrag dat derden voor de producten moeten betalen.

  1. Indexeren onbelaste vrijwilligersvergoeding

De maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding wordt per 2020 jaarlijks geïndexeerd. Vrijwilligers met vergoedingen en verstrekkingen van in totaal maximaal EUR 170 per maand en EUR 1.700 per kalenderjaar, zijn hierover geen belasting en premie volksverzekeringen verschuldigd. De organisatie waarvoor zij als vrijwilliger werkzaam zijn, is hierover ook geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd.

  1. Vrijstelling overheidsondernemingen verruimd

Voor drie van de vrijstellingen voor overheidsondernemingen in de vennootschapsbelasting is gebleken dat deze bij nader inzien te beperkt zijn vormgegeven en in bepaalde situaties onbedoeld tot belastingheffing leiden. Dit is het geval bij de vrijstelling voor onderwijs en onderzoek (de onderwijsvrijstelling), de vrijstelling voor interne activiteiten en de quasi-inbestedingsvrijstelling.

Bij de onderwijsvrijstelling was onvoldoende rekening gehouden met de wijze van financiering bij door de overheid bekostigde scholen met een internationale afdeling. Bij de vrijstelling voor interne activiteiten en de quasi-inbestedingsvrijstelling bleek dat onvoldoende rekening is gehouden met de verschillende manieren waarop het Rijk in brede zin zich juridisch kan organiseren. Hierdoor kwamen bepaalde situaties, die materieel vergelijkbaar zijn met situaties die wel voor vrijstelling in aanmerking komen, buiten het toepassingsbereik van de vrijstelling. Daarom zullen die drie vrijstellingen worden verruimd. Dit was al goedgekeurd bij besluit van 19 juli 2019.

  1. Invoeren minimumkapitaalregel voor banken en verzekeraars

Om voor banken en verzekeraars het fiscale voordeel van de financiering met vreemd vermogen te beperken, zal een minimumkapitaalregel voor banken en verzekeraars gaan gelden die de aftrek van de verschuldigde rente beperkt voor zover het vreemd vermogen meer bedraagt dan 92% van het balanstotaal.

  1. Verhuurderheffing op twee punten aangepast

Er zal een structurele heffingsvermindering geïntroduceerd worden voor nieuwbouw van woningen met een huur onder de laagste aftoppingsgrens van de huurtoeslag in regio’s waar de druk op de woningmarkt het grootst is (heffingsvermindering nieuwbouw).  Daarnaast komt er een tijdelijke vrijstelling voor tijdelijke woningen die gerealiseerd worden in de periode 2020-2024 (vrijstelling tijdelijke woningen).

Verhuurders die verhuurderheffing verschuldigd zijn en nieuwbouwwoningen realiseren in zogenoemde schaarstegebieden kunnen op grond van de voorgestelde maatregel in aanmerking komen voor een heffingsvermindering.

  1. Verlaagd btw-tarief voor elektronische uitgaven

Het verlaagde btw-tarief zal met ingang van 1 januari 2020 worden uitgebreid voor de levering of het uitlenen van elektronische uitgaven. Het zal straks voor de btw dan ook niet meer uitmaken of bijvoorbeeld een boek op papier of op een cd wordt geleverd (fysieke drager) of dat de gedigitaliseerde inhoud van een boek langs elektronische weg wordt aangeboden. De ongelijke behandeling wordt dus opgeheven.

  1. Verlaagd btw-tarief nieuwswebsites

Het verlaagde btw-tarief van 9% zal met ingang van 1 januari 2020 ook worden toegepast op het verlenen van toegang tot nieuwswebsites zoals die van dagbladen, weekbladen en tijdschriften. Hier is wel de voorwaarde aan gekoppeld dat de elektronische uitgaven en de nieuwswebsites niet uitsluitend of hoofdzakelijk mogen bestaan uit reclamemateriaal of uit video-inhoud of beluisterbare muziek.

  1. Verhoging accijns op tabaksproducten

De accijns van sigaretten wordt met ingang van 1 april 2020 verhoogd zodat de verkoopprijs van een pakje sigaretten van 20 stuks EUR 1 stijgt. Dit is een eerste stap naar een verdere prijsverhoging van een pakje sigaretten tot EUR 10 in 2023. Om substitutie-effecten te voorkomen wordt ook het tarief van accijns op rooktabak (vooral shag) per kilogram met ingang van dezelfde datum in absolute zin gelijk verhoogd als het tarief van de accijns van 1000 sigaretten.

  1. Vrijstellingen in de assurantiebelasting van 21%

In de assurantiebelasting worden twee vrijstellingen geïntroduceerd. De eerste vrijstelling van assurantiebelasting heeft betrekking op verzekeringen die geheel of gedeeltelijk mogelijke financiële verplichtingen afdekken die een werkgever heeft bij de verplichting om het loon van een werknemer door te betalen in geval van ziekte of doordat hij – als eigenrisicodrager – zelf het risico draagt van de betaling van ziekengeld, WGA- en overlijdensuitkeringen. De tweede vrijstelling van assurantiebelasting heeft betrekking op brede weersverzekeringen die zijn afgesloten door actieve landbouwers. Dit is een verzekering voor landbouwers om onverzekerbare weersrisico’s af te dekken.

  1. Einde aftrek bestuurlijke dwangsommen

Per 1 januari 2020 zullen kosten en lasten van bestuursrechtelijke dwangsommen worden uitgesloten van aftrek bij de bepaling van de belastbare winst van ondernemers, het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden bij resultaatgenieters (in de inkomstenbelasting) en de belastbare winst bij lichamen (in de vennootschapsbelasting).

  1. WBSO versoepeld

Per 1 januari 2020 zal de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) worden versoepeld. Het aantal momenten per jaar waarop een S&O-verklaring kan worden aangevraagd zal worden uitgebreid van drie naar vier. De deadline waarop organisaties een aanvraag mogen indienen, wordt de dag voorafgaand aan de periode waarop de aanvraag betrekking heeft, in plaats van ten minste een maand voorafgaand aan die periode.

Verder wordt termijnoverschrijding te wijten aan een verstoring van het digitale loket de indiener niet aangerekend. Het moet daarbij gaan om een termijnoverschrijding ter zake van de S&O-aanvraag, de opgave van de burgerservicenummers van de werknemers die S&O hebben verricht en de mededeling van de aan S&O bestede uren en van de eventuele gerealiseerde kosten en uitgaven.

  1. Vergrijpboeten beroepsbeoefenaars op grond van medeplegen openbaar gemaakt

Per 1 januari 2020 zullen bepaalde onherroepelijk geworden vergrijpboeten die aan beroepsbeoefenaars op grond van medeplegen zijn opgelegd, openbaar worden gemaakt. Over het algemeen zal het gaan om belastingadviseurs, maar er kunnen ook andere dienstverleners onder worden begrepen, zoals notarissen, accountants en advocaten

  1. Inkeerregeling niet voor aanmerkelijk belang

Boetevrije inkeer is per 2020 niet meer mogelijk voor inkomen uit aanmerkelijk belang. Verder wordt met de maatregel het onderscheid tussen inkomen uit sparen en beleggen dat in het buitenland is opgekomen en inkomen dat in het binnenland is opgekomen, weggenomen. Deze zijn uitgesloten. 

  1. Lichte daling percentage eigenwoningforfait voor 2020

Voor woningen met een WOZ-waarde tussen de EUR 75.000 en EUR 1.060.000 gaat het percentage voor het eigenwoningforfait dat nu nog op 0,65% staat in 2020 naar 0,60%. Dit percentage zakt vervolgens verder naar 0,50% in 2021 en 2022 en tenslotte naar 0,45% in 2023. Voor woningen boven de EUR 1.060.000 blijft het percentage 2,35%.

  1. Definitie vaste inrichting aangepast

Voor de invulling van de definitie van het begrip vaste inrichting in de Wet inkomstenbelasting, loonbelasting en vennootschapsbelasting wordt per 1 januari 2020 aangesloten bij de definitie van dat begrip in het belastingverdrag. Op deze manier bestaat er in verdragssituaties geen verschil tussen het nationale heffingsrecht en de heffingsbevoegdheid die Nederland toekomt op basis van het betreffende belastingverdrag.

Voor niet-verdragssituaties wordt de definitie bepaald aan de hand van de meest recente versie van het OESO-modelverdrag en dus ook bij de wijzigingen van de definitie van het begrip vaste inrichting die zijn aanbevolen in het eindrapport bij actiepunt 7 van het BEPS-project.

  1. Nieuwe regels earnings stripping-beschikking

Een beschikking met betrekking tot het voort te wentelen saldo aan renten kan per 2020 worden herzien als sprake is van een nieuw feit, kwade trouw of een voor de belastingplichtige redelijkerwijs kenbare fout. Hiervoor zal eenzelfde termijn gaan gelden als ook voor navordering van te weinig geheven belasting. Verder zal een beschikking worden gegeven indien het voortgewentelde saldo aan renten van een eerder jaar in aftrek komt bij het bepalen van de winst van een later jaar.

  1. Aanpassen afvalstoffenbelasting

Per 1 januari 2020 zal wettelijk geregeld worden dat het verwijderen (in de regel storten) van verbrandingsresten in de eigen inrichting buiten de heffing van afvalstoffenbelasting valt. Hierbij geldt de voorwaarde dat die verbrandingsresten zijn ontstaan door het verbranden van aan die inrichting ter verwijdering afgegeven afvalstoffen waarover afvalstoffenbelasting is geheven. In alle andere situaties blijft de verwijdering van verbrandingsresten binnen de inrichting waarin deze zijn ontstaan een belastbaar feit. Hierbij valt te denken aan verbrandingsresten die zijn ontstaan uit afvalstoffen die buiten de heffing van afvalstoffenbelasting vallen, zoals buitenlands afval, of waarvoor een vrijstelling geldt, zoals zuiveringsslib.

  1. Keuzeregeling elektronisch berichtenverkeer

De belastingplichtige kan per 1 januari 2020 kiezen of hij berichten van de Belastingdienst elektronisch of per post toegezonden wil krijgen. De gemaakte keuze geldt in beginsel voor alle uitgaande berichten van de Belastingdienst. Voor bepaalde berichten (bijvoorbeeld Douane), groepen (ondernemers) en in bepaalde omstandigheden geldt deze keuzeregeling niet.

  1. Belastingrente vennootschapsbelasting aangepast

Per 1 januari 2020 zal geen belastingrente in rekening worden gebracht als de aangifte vennootschapsbelasting wordt ingediend voor de eerste dag van de zesde maand na het tijdvak waarover de belasting wordt geheven (doorgaans 1 juni). Hierbij geldt de voorwaarde dat de belastingaanslag wordt vastgesteld overeenkomstig de ingediende aangifte.

  1. Belastingrente erfbelasting aangepast

Per 1 januari 2020 zal geen belastingrente in rekening worden gebracht als het verzoek om een voorlopige aanslag of de aangifte is ontvangen binnen de aangiftetermijn die in de betreffende situatie geldt. Dit is wel onder voorwaarde dat de aanslag erfbelasting wordt vastgesteld overeenkomstig dat verzoek of die aangifte.

  1. Tonnageregeling aangepast

Per 1 januari 2020 wordt de tonnageregeling aanscherpt op het terrein van tijd- of reischarter, het vlagvereiste en werkzaamheden anders dan vervoer van zaken of personen in het internationale verkeer over zee.

  1. Introductie bronbelasting op rente en royalty’s

Per 1 januari 2021 zal er een bronbelasting ingevoerd worden op rente- en royaltybetalingen door een in Nederland gevestigd lichaam aan een in een land met geen of laag winsttarief (lager dan 9%) gevestigd gelieerd lichaam en in misbruiksituaties. Het tarief van de bronbelasting op rente- en royaltybetalingen zal 21,7% bedragen.

  1. Elektrisch autorijden blijft aantrekkelijk

De huidige belastingvoordelen, die in 2021 zouden aflopen, blijven de komende jaren grotendeels bestaan. Tot 2025 betalen kopers en eigenaren van elektrische auto’s bijvoorbeeld geen aanschafbelasting (bpm) en motorrijtuigenbelasting.

  1. Bijtelling elektrische auto van de zaak omhoog

Per 1 januari 2020 zal het bijtellingspercentage voor elektrische auto’s van de zaak verhoogd worden van 4% naar 8% over de eerste EUR 45.000. In 2021 zal de bijtelling verhoogd worden naar 12% over de eerste EUR 40.000 en voor de jaren 2022 tot en met 2024 zal het bijtellingspercentage 16% bedragen. In 2025 is de bijtelling 17%. Uiteindelijk zal de bijtelling in 2026 gelijk zijn aan het percentage van alle andere auto’s en 22% bedragen.

  1. Overdrachtsbelasting niet-woningen omhoog

Per 1 januari 2021 zal de overdrachtsbelasting voor niet-woningen verhoogd worden met 1%-punt. Het tarief gaat daardoor van 6% naar 7%. Niet-woningen zijn bijvoorbeeld bedrijfsgebouwen, bedrijfsruimten, grond die bestemd is voor woningbouw en hotels en pensions.

De verhoging geldt niet voor de verkrijging van woningen. Daarop blijft het verlaagde tarief van 2% van toepassing.

  1. Heffing op buitenlands afval

Per 1 januari zullen afvalstoffen die uit het buitenland zijn overgebracht naar Nederland om hier te worden verwijderd (in de regel om te worden verbrand) in de heffing van de afvalstoffenbelasting worden betrokken.

  1. Verhoging accijns op diesel

De accijns op diesel gaat per 1 januari 2021 en per 1 januari 2023, met 1 cent per liter omhoog.

  1. Versobering korting mrb bestelauto’s van ondernemers

De mrb-tarieven voor bestelbussen van ondernemers worden jaarlijks met gemiddeld EUR 24 verhoogd in 2021 tot 2024. In 2025 wordt dit weer verlaagd met EUR 24. Deze verhoging wordt procentueel ingezet, zodat lichtere bestelauto’s een lagere verhoging krijgen en zwaardere bestelauto’s een hogere verhoging.

  1. Wijzigingen energiebelasting

De tarieven van de energiebelasting worden aangepast. Daarnaast wordt de belastingvermindering op de energiebelasting verhoogd. De tarieven van de opslag duurzame energie (ODE) zullen ook aangepast worden voor 2020, zodat de lasten eerlijker verdeeld worden tussen huishoudens en bedrijven. Voor huishoudens met een gemiddeld gebruik daalt het belastingdeel van de energierekening in 2020 met EUR 100. Bedrijven krijgen juist een hogere energierekening. Vanaf 2020 dragen bedrijven meer bij aan de ODE op de energierekening dan particuliere verbruikers; twee derde deel in plaats van de helft nu.

  1. Vereenvoudigde btw-regels in EU-verband

Per 1 januari 2020 gaan er vereenvoudigde en geharmoniseerde btw-regels gelden voor voorraad op afroep en voor het bewijs van intracommunautair vervoer van goederen, het btw-identificatienummer als materiële voorwaarde voor toepassing van het btw-nultarief en een specifieke regeling voor ketentransacties. Dit heeft gevolgen voor ondernemers die goederen leveren aan afnemers in andere EU-lidstaten. 

  1. Fiscale aftrek scholingsuitgaven

De fiscale aftrek van scholingsuitgaven in de inkomstenbelasting wordt op termijn afgeschaft. Hiervoor in de plaatst komt een individuele leerrekening. Deze zal worden opgenomen in een wettelijke regeling, de Subsidieregeling STAP-budget (Stimulans van de Arbeidsmarktpositie) voor natuurlijke personen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt.

Aangezien al aangekondigd is dat de inwerkingtreding van de Subsidieregeling STAP-budget per 1 januari 2020 niet haalbaar is, kan de belastingplichtige in ieder geval in 2020 nog gebruik maken van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven.

Vragen?

Neem contact met ons op.

 

Als eerste op de hoogte van het laatste nieuws?

Aanmelden nieuwsbrief